Sint Rafael Arnáiz Barón (1911-1938) was een Spaanse trappist die beschikte over een uitzonderlijke geest. De zalige Johannes Paulus II stelde hem ten voorbeeld voor katholieke jongeren bij de navolging van Christus.
Jeugd
Rafael Arnáiz Barón werd geboren in Burgos op 9 april 1911 in een adellijke Spaanse familie. Hij was in zijn gezin de oudste van vier kinderen. Hij bezocht verscheidene jezuïetenscholen. In 1930 begon hij aan een studie architectuur aan de universiteit van Madrid. In datzelfde jaar bezocht hij voor het eerst de trappistenabdij San Isidro de Dueñas in Palencia. Hij werd daar geïntroduceerd door zijn oom en tante, de hertog en hertogin van Maqueda, tijdens een vakantie in de regio Ávila.
Trappisten
Na het vervullen van zijn militaire dienstplicht trad Rafael in 1934 in bij de trappisten van Palencia. Kort daarna werd bij hem echter diabetes mellitus (suikerziekte) vastgesteld. Dat betekende dat hij het klooster moest verlaten. In 1936 keerde Rafael er terug. Hij kreeg er de status van oblaat, d.i. een niet-monnik die op bijzondere wijze met een abdij verbonden is. Volgens het kerkelijk recht mocht hij geen monastieke geloften afleggen; dit is namelijk voorbehouden aan personen die beschikken over een goede gezondheid.
Overlijden
Broeder Rafael kon maar enkele maanden in de abdij blijven, aangezien hij werd opgeroepen om te vechten in de Spaanse Burgeroorlog. Na een paar maanden keerde hij, wegens ongeschiktheid voor het leger, voor de derde keer terug in het klooster. Zijn diabetes zorgde er echter voor dat hij in 1937 opnieuw het klooster moest verlaten. In december van dat jaar keerde hij er definitief terug en belandde op de ziekenafdeling van de abdij. De maanden daarna verslechterde zijn gezondheidstoestand. De abt gaf hem in 1938 als ereteken het habijt van een volledig geprofeste monnik. Rafael overleed op 26 april van dat jaar. Hij werd slechts 27 jaar.
Cultus
Na zijn dood kwam er al spoedig een verering voor Broeder Rafael op gang. In het door oorlog geteisterde Spanje ging onder katholieken de mare dat er een grote heilige in de abdij van San Isidro de Dueñas had geleefd. Hopend op zijn voorspraak begaven zich steeds meer pelgrims naar zijn graf aldaar.
Nagelaten geschriften
Rafaels nagelaten brieven, notities en dagboekaantekeningen spreken van een eenvoudige en belangeloze liefde voor God en van een beslistheid om Christus tot op het kruis na te volgen. In 1989 noemde paus Johannes Paulus II hem op de Wereldjongerendag in Santiago de Compostela 'een voorbeeld in de navolging van Christus'.
Canonisatie
In 1992 werd hij door Johannes Paulus II zalig verklaard. Rafael Arnáiz' sterfdag, 26 april, werd zijn liturgische gedachtenis. Paus Benedictus XVI canoniseerde hem op 11 oktober 2009. Anderen die op die dag werden heilig verklaard waren de Poolse aartsbisschop Zygmut Szczesny Felinski, de Spaanse dominicaan Francisco Coll y Guitart, de Belgische missionaris Damiaan de Veuster en de Franse religieuze Marie de la Croix Jugan.
WJD Madrid
Sint Rafael Arnáiz is een van de beschermheiligen van de Wereldjongerendagen in Madrid (2011). De organisatie van dit katholieke megaevenement prijst hem om "zijn nederigheid, zijn overgave aan Gods wil, zijn artistieke talent, zijn sensitiviteit, blijdschap, goed gevoel voor humor, zijn verlangen naar een leven van liefde voor Jezus, Maria, het Kruis en zijn trappistenklooster".