Ave Regina Caelorum (‘Wees gegroet, Gij Koningin der Hemel’) is een van de vijf Maria-antifonen die in de Getijden worden gezongen ter afsluiting van de completen. In dit gezang wordt de Heilige Maagd geëerd als koningin. De antifoon wordt afgesloten met een bede en een gebed.
Plaats in het kerkelijk jaar
De antifoon maakt deel uit van de officiële liturgie van de Romeinse ritus. Het wordt na de completen gezongen vanaf Maria Lichtmis tot Witte Donderdag. De andere drie voornaamste Maria-antifonen worden vaak weer in andere perioden gezongen:
- Regina Caeli, besluit de completen in de Paastijd
- Salve Regina, wordt gezongen tussen Drievuldigheidszondag en het hoogfeest van Christus Koning
- Alma Redemptoris Mater, is de antifoon van de eerste zondag van de Advent tot Maria Lichtmis
Tegenwoordig is men vrij om na de completen alle Maria-antifonen (ook het Sub tuum praesidium) te bidden, behalve in de Paastijd want dan is het Regina Caeli verplicht.
Clemens VI
De herkomst van de antifoon is onbekend, hoewel verondersteld wordt dat de tekst dateert uit de twaalfde eeuw. Door sommigen wordt de tekst toegeschreven aan Bernardus van Clairvaux, door anderen aan Herman van Reichenau, bijgenaamd De Kreupele, die ook de auteur is van Salve Regina en Alma Redemptoris Mater. Vast staat dat de antifoon in de eerste helft van de veertiende eeuw aan de Getijden werd toegevoegd door paus Clemens VI.
Tekst
Ave, Regína cælorum
Ave, Dómina angelorum,
Salve, radix, salve, porta
Ex qua mundo lux est orta.
Gaude, Virgo gloriosa,
Super omnes speciosa ;
Vale, o valde decora
Et pro nobis Christum exora.
V : Dignáre me laudáre te, Virgo sacrata
R : Da mihi virtutem contra hostes tuos.
Oremus.
Concede, misericors
Deus, fragilitati nostræ
præsidium : ut, qui sanctæ Dei
Genitricis memoriam agimus ;
intercessionis ejus auxilio, a
nostris iniquitatibus
resurgamus.
Per eundem Christum Dominum nostrum.
Vertaling
Wees gegroet Gij Koninging der Hemel
Wees Gegroet, Gij Meesteres der Engelen
Heil U, wortel, heil U poort
Waaruit het Licht der Wereld is opgegaan.
Verheug U, roemrijke Maagd,
Boven allen liefelijk ;
Wees gegroet Gij wonderschone
Wees onze voorspraak bij Christus.
V : Gedoog dat ik U love, heilige Maagd.
R : Geef mij kracht tegen Uw vijanden
Laat ons bidden.
Barhartige God, verleen ons
kracht in onze zwakheid,
Opdat wij, die de gedachtenis vieren
van de heiligie Moeder van God,
door de bijstand van haar voorspraak
uit onze zonden mogen verrijzen.
Door dezelfde Christus, onze Heer.