Joseph Wilhelmus Baeten (1893-1964) was tussen 1951 en 1962 de zesde bisschop van Breda.
Jeugd en opleiding
Joseph Baeten werd op 8 april 1893 geboren in het Noord-Brabantse Alphen. Hij was de zoon van leerlooier Johannes Petrus Baeten en Lucia van Aert. Baeten bezocht het diocesaan kleinseminarie en studeerde vervolgens aan het grootseminarie Bovendonk in Hoeven. Hij werd op 2 juni 1917 door mgr. Petrus Hopmans gewijd tot priester voor het bisdom Breda.
Kapelaan en bisdomsecretaris
Na zijn priesterwijding werd Baeten kapelaan in Sas van Gent. Daarnaast was hij conrector van het Instituut Saint Louis (van de Broeders van Oudenbosch). In 1921 werd hij door Hopmans aangesteld als secretaris van het bisdom Breda. In 1933 werd hij benoemd tot pastoor van de nieuw gebouwde kerk van Maria Middelares van alle Genaden, in Ginneken en tot deken van Ginneken.
Vicaris-generaal en coadjutor
Op 11 maart 1942 werd Baeten benoemd tot kanunnik van het Kathedraal Kapittel van Breda. In april 1945 werd hij bevorderd tot vicaris-generaal, deken van het dekenaat Breda en pastoor van het Begijnhof. Een half jaar later benoemde paus Pius XII hem tot titulair bisschop van Dorylaeum en tot bisschop-coadjutor van Breda. Zes jaar later volgde hij mgr. Hopmans op als bisschop van Breda. Baeten koos Aurora Consurgens ('Rijzende Dageraad') als zijn wapenspreuk. Hiermee doelde hij op Maria. Over haar schreef hij in 1962, ter gelegenheid van zijn afscheid, aan zijn diocesanen: "Zij is als de rijzende dageraad, die de komst van de zon aankondigt, en ons het licht der wereld brengt."
Bisschop van Breda
Als bisschop van Breda hield Baeten zich onder meer bezig met de her- en nieuwbouw van kerken die tijdens de Tweede Wereldoorlog grote schade hadden opgelopen. Ook het kleinseminarie Ypelaar werd onder zijn leiding herbouwd. Zijn episcopaat kan worden beschouwd als het laatste onder het ancien regime, alvorens de ontwikkelingen van de jaren zestig de verhoudingen in de Nederlandse kerkprovincie ingrijpend zouden wijzigen. Hij was een beminnelijke, hartelijke bisschop die veel heeft betekend voor de ontwikkeling van de pastoraal in zijn bisdom. Zo richtte hij het Diocesaan Pastoraal Centrum op dat praktische scholing bood aan de zielzorgers in het bisdom. Op zijn initiatief werd de zogenoemde strandzielzorg ten behoeve van het toenemend toerisme in Zeeland aanmerkelijk uitgebreid. In 1956 werd het bisdom uitgebreid met het dekenaat Geertruidenberg, dat van het bisdom 's-Hertogenbosch werd afgescheiden, en met het dekenaat Middelburg, dat tot dan toe het bisdom Haarlem had toebehoord.
Concilievader
In 1962 ging Baeten met emeritaat. Bij die gelegenheid benoemde paus Johannes XIII Baeten tot titulair aartsbisschop van Stauropolis. Hij was de eerstwijdende bisschop van zijn opvolger Gerard de Vet. Aartsbisschop Baeten nam deel aan de eerste zitting van het Tweede Vaticaans Concilie. Hij overleed op 26 augustus 1964.