In de Katholieke Kerk geldt elke vrijdag als een boetedag en alle dagen in de Veertigdagentijd, behalve de zondag.
Verplicht
In het Canoniek Wetboek (CIC 1983) staat dat alle christengelovigen krachtens goddelijke wet verplicht zijn om boete te doen. Boetedagen zijn door het kerkelijk gezag ingesteld “opdat allen in een enigszins gemeenschappelijk naleven van de boete met elkaar verbonden worden” (canon 1249).
Onthouding
Het is de bedoeling dat de gelovigen zich op boetedagen op bijzondere wijze wijden aan het gebed en aan goede werken. Bovendien dienen zij te vasten en zich te onthouden van het eten van vlees. Vasten houdt volgens de katholieke traditie in het gebruik van slechts één volle maaltijd per dag en twee kleine maaltijden (collaties). Bijzondere dagen van vasten en onthouding zijn Aswoensdag en Goede Vrijdag.
Vrijdagen
Elke vrijdag is in de Katholieke Kerk een boetedag, behalve als een (hoog)feest op een vrijdag valt. Dit omdat Christus op een vrijdag aan het kruis is gestorven. In de Veertigdagentijd worden christenen geacht te vasten. Het vastengebod geldt echter niet op de zondagen van de Veertigdagentijd.
Leeftijd
Canon 1252 van de CIC 1983 bepaalt dat de onthoudingswet alleen geldt voor wie hun veertiende levensjaar hebben voltooid. En: “De vastenwet verplicht allen die meerderjarig zijn tot aan het begin van hun zestigste levensjaar.”
Bisschoppen
De CIC 1983 bepaalt dat elke bisschoppenconferentie het recht heeft om de vasten- en onthoudingswetten nader te bepalen “en ook andere vormen van boete, vooral liefdewerken en oefeningen van vroomheid, geheel of gedeeltelijk in de plaats van vasten en onthouding [te] stellen”.