De Brief van Judas maakt deel uit van het Nieuwe Testament. De brief is hoofdzakelijk een aanklacht en een verweer tegen een ketterij die veel invloed heeft in de aangeschreven geloofsgemeenschappen. 

Broer van Jakobus

De schrijver van de brief van Judas dient zich aan als Judas, broer van Jakobus. Hij presenteert zich daarmee als een van de broers van Jezus. Zijn vaardigheid in het Grieks, zijn bekendheid met apocriefe apokalypsen zoals de Apokalyps van Henoch en de Hemelvaart van Mozes doen denken aan een hellenistisch gevormde Jood.

Datering

Enkele uitspraken verwijzen naar het einde van de eerste eeuw of het begin van de tweede eeuw na Christus als tijd van ontstaan: zo kijkt de schrijver terug op de apostolische tijd als een afgesloten period.

Pseudoniem

Het geloof ziet de auteur als een overgeleverd goed en als een hanteerbare norm om er een ketterij aan af te meten. Het lijdt geen twijfel dat Judas een pseudoniem is, een naam die in combinatie met die van Jakobus aan het geschrift het nodige gezag moet verlenen. De Tweede Petrusbrief is op Judas geïnspireerd.

Dwaalleer

De brief, die behoort tot de zogenoemde Katholieke Brieven, is hoofdzakelijk een aanklacht en een verweer tegen een ketterij die de aangeschreven gemeente(n) - welke en waar is niet op te maken uit het schrijven - al heeft aangetast. De schrijver beschuldigt zijn tegenstanders van onzedelijk gedrag en verwerping van ethische normen. Het gaat om een gnostisch libertinisme. De aanhangers daarvan beschouwen hun heil als verzekerd en onaantastbaar op grond van hun goddelijke herkomst. De zedelijke orde beoordelen zij als behorend tot een hen niet rakende stoffelijke wereld. Wellicht beroepen zij zich op droomgezichten als bron van hun spirituele kennis, maar de schrijver houdt hun voor dat zij met hun praktijken in feite God loochenen en Jezus Christus als Heer afwijzen. De gemeente(n) spoort hij aan om hen niet langer in hun midden te dulden.



Met dank aan de Katholieke Bijbelstichting (KBS) te Den Bosch die de 'Inleiding op de Brief van Judas' (Willibrordvertaling van de Bijbel uitgave 1995) welwillend ter beschikking heeft gesteld voor verwerking in dit lemma.