In het Johannes-evangelie verricht Jezus zijn eerste wonder tijdens een bruiloft die plaatsvond in Kana, Galilea. Als blijkt dat er geen wijn meer voor de bruiloftsgasten is, verandert Jezus op voorspraak van zijn moeder water in uitstekende wijn. Dit verhaal is vanwege zijn rijke symboliek een bron van katholieke sacramentologie en mariologie.
Transformatie
Het verhaal van de Bruiloft van Kana, waarin Jezus water in wijn verandert, wordt verteld in het tweede hoofdstuk van het Evangelie van Johannes (Joh. 2,1-11). Dit geschrift wordt beschouwd als het meest theologische evangelie van het Nieuwe Testament. De auteur van het Johannes-evangelie wijkt op een aantal punten af van de synoptische evangeliën. Het thema van 'Marcus', 'Matteüs' en 'Lucas' is Jezus' verkondiging van de nabije komst van het Rijk Gods; Johannes daarentegen benadrukt dat met Jezus de eeuwigheid is doorgebroken. Hij drukt zich daarbij mystieker, meditatiever en meer symbolisch uit dan de Synoptici. Het verhaal van de Bruiloft in Kana moet dus vanuit dit mystiek-theologische perspectief worden verstaan. De verandering van water en wijn betekent dus de door Christus bewerkstelligde transformatie van het tijdelijke in het eeuwige, van het aardse in het hemelse en van het menselijke in het goddelijke.
Derde dag
Het verhaal begint met een tijdsbepaling: 'en op de derde dag' (και τη ημερα τη τριτη). De vraag is of deze aanduiding een theologische betekenis heeft. Het Johannes-evangelie begint met 'In den beginne'. Na de proloog wordt aangevangen met het getuigenis van Johannes de Doper. Dan staat er in vers 29: 'de volgende dag': daarop ziet de Doper Jezus naar zich toekomen. In vers 35 staat opnieuw 'de volgende dag': Simon en Andreas vinden Jezus. In vers 43 staat voor de derde keer 'de volgende dag': dan vindt de ontmoeting plaats van Filippus en Nathanaël met Jezus. Daarna begint het verhaal van de Bruiloft van Kana met 'en op de derde dag'. Deze derde dag is dus niet de derde dag sinds het getuigenis van Johannes de Doper, want dat zou de 'vijfde dag' zijn. Mogelijk is het de derde dag van de week, want deze dag zou volgens de Joodse traditie een uitgelezen dag voor een huwelijksvoltrekking zijn. Want op de derde dag van de Schepping, maakte JHWH zaaddragende planten en bomen. De derde dag van de week stond dus in het teken van de vruchtbaarheid. Sommige exegeten wijzen erop dat 'de derde dag' ook kan verwijzen naar de Verrijzenis. Bij de Synoptici voorspelt Jezus immers dat de Mensenzoon gekruisigd wordt en op de derde dag zal verrijzen; deze formulering is opgenomen in het Credo: et resurrexit tertia ('en Hij is verrezen op de derde dag'). In dit geval zou het verhaal van de Bruiloft van Kana als een Paasverhaal kunnen worden verstaan. Echter, Johannes spreekt niet expliciet over de Verrijzenisdag als 'de derde dag'.
Bruidspaar
Op de derde dag werd er een bruiloft gevierd in Kana, een stadje in Galilea, zo begint het verhaal. Johannes schrijft dat 'de moeder van Jezus' aanwezig was, waarom wordt er niet bij gezegd. Ook staat er dat Jezus en zijn leerlingen op de bruiloft waren uitgenodigd. Wie er met elkaar in het huwelijk waren getreden blijft onvermeld. Het lijkt wel alsof Johannes wil zeggen dat Jezus en Maria de eigenlijke bruidegom en bruid zijn.
Op Maria's voorspraak
Tijdens het feest bleek dat de wijn aan het opraken was. Wijn is op een Joodse bruiloft niet alleen nodig voor de huwelijksceremonie, het is ook de traditionele drank waarmee de feestvreugde wordt verhoogd. Een bruiloft zonder genoeg wijn, is een fiasco en zelfs een schandaal. Het is Maria die het tekort aan wijn opmerkt. Zij wendt zich tot Jezus en deelt hem mee dat er geen wijn meer is. Jezus antwoordt: 'Τι εμοι και σοι, γυναι; ουπω ηκει ηωρα μου' (“Wat hebben ik en u daarmee van doen, Vrouw? Mijn uur is nog niet gekomen” [Willibrordvertaling 1995]). Zijn moeder antwoordt daar niet op en zegt tegen de tafelbedienden: “Wat Hij u ook beveelt, doe het maar.” Jezus spreekt over 'zijn uur'. Daarmee is bedoeld: het moment waarop Hij zich als de Zoon van God zal manifesteren.
Water in wijn
De evangelist maakt er melding van dat er in de feestzaal zes stenen waterbakken staan. Die stonden daar voor het Joodse reinigingsgebruik. Elk van deze bakken had een inhoud van twee tot drie metreten. Een metreet bedraagt ongeveer 40 liter, dus er is sprake van maximaal 720 liter. Jezus beveelt de bedienden de bakken geheel te vullen met water. Vervolgens moeten zij wat water uit de bakken scheppen en het aan de ceremoniemeester te drinken geven. Die proeft echter geen water, maar wijn. Niet zo maar wijn, maar uitstekende wijn. Hij heeft geen idee waar die wijn vandaan komt. Verbaasd richt hij zich tot de bruidegom en zegt dat normaliter de beste wijn aan het begin van het feest geschonken wordt en de gewone wijn pas als iedereen al stevig gedronken heeft. “Maar u hebt de beste wijn bewaard tot het laatst!” zegt de ceremoniemeester tot de bruidegom.
Wondertekenen
Het verhaal eindigt met: 'Dit was het begin van Jezus' tekenen, te Kana in Galilea. Hij openbaarde zijn heerlijkheid [δoξα] en zijn leerlingen geloofden in Hem' (Joh. 2,11). Het Griekse woord δoξα (doxa, in het Latijn vertaald met gloria) wijst op de verhevenheid van JHWH, die in Jezus tastbaar wordt. In de Johanneïsche chronologie zal Jezus na Kana nog zes wonderen voor zijn dood verrichten, tekenen van goddelijke ontferming over de mensheid. Deze zes zijn:
- Genezing van de dienaar van de honderman (Joh. 4,46-54)
- Genezing van een lamme in Bethesda (Joh. 5,1-18)
- Spijziging van de menigte (Joh. 6,5-15)
- Jezus loopt over het water (Joh. 6,16-21)
- Genezing van een blindgeborene (Joh. 9,1-12)
- Opwekking van de gestorven Lazarus (Joh. 11,1-44)
Sacramentenleer en Mariologie
De rijke inhoud van het verhaal van de Bruiloft van Kana zijn in de kerkelijke traditie beschouwd als bronnen van de sacramentenleer (Eucharistie en Huwelijk) en de Mariaverering.
De Catechimus van de Katholieke Kerk zegt het volgende over de Bruiloft van Kana:
- “De kerk kent een groot belang toe aan de aanwezigheid van Jezus op de bruiloft van Kana. Zij beschouwt dit als een bevestiging van de goedheid van het huwelijk; hiermee wordt aangekondigd dat het huwelijk voortaan een werkzaam teken zal zijn van de aanwezigheid van Christus” (nr. 1613).
- “Het evangelie openbaart ons hoe Maria bidt en ten beste spreekt in het geloof: in Kana bidt de moeder van Jezus tot haar Zoon om tegemoet te komen aan de noden van een bruiloftsmaal, teken van een ander maal, en wel het bruiloftsmaal van het lam, waarbij Hij op vraag van de kerk, zijn bruid, zijn lichaam en bloed geeft. En het is wanneer het uur aanbreekt van het nieuwe verbond, aan de voet van het kruis, dat Maria verhoord wordt als de Vrouw, de nieuwe Eva, de ware 'moeder van de levenden'” (nr. 2618).
Liturgie
Aangezien Christus in Kana voor het eerst zijn heerlijkheid openbaarde, is de Bruiloft van Kana een van de drie heilsmomenten die gevierd worden op het hoogfeest van de Openbaring des Heren (Epifanie). De andere zijn de Aanbidding der Wijzen en de Doop des Heren. In de gewone vorm van de Romeinse ritus wordt de Tweede Zondag door het Jaar van de C-cyclus soms de Zondag van de Bruiloft van Kana genoemd. De evangelielezing in de Heilige Mis van die dag is namelijk Joh. 2,1-11. In de preconciliare vorm van de Romeinse ritus stond de Bruiloft van Kana centraal op de Tweede Zondag na Epifanie (Dominica II post Epiphaniam).