De heilige prins Casimir Jagiellon (1458-1484) was een asceet en een beschermer van de armen. Zijn feestdag is 4 maart.
Koningszoon
Casimir werd geboren te Krakau in 1458. Hij was de zoon van koning Casimir IV van Polen en zijn vrouw Elisabeth, dochter van de koning van Bohemen en Hongarije. Op 13-jarige leeftijd werd hij door de Hongaarse adel tot koning van Hongarije uitgeroepen, maar zijn rivaal Matthias Corvinus verhinderde dat vanwege eigen troonaspiraties. Casimir legde zich daarbij neer en wijdde zich geheel aan het geestelijk leven. In 1481 wees hij een huwelijk met de dochter van de Duitse keizer Frederik III af, omdat hij de gelofte van kuisheid had afgelegd en celibatair wilde blijven.
Beschermer der Armen
Toen zijn vader naar Litouwen vertrok om daar zijn rijk te verdedigen tegen de Russen, werd Casimir van 1479 tot 1483 regent. Spoedig verwierf hij grote achting van het volk, omdat hij het rijk rechtvaardig en mild bestuurde. Hij kreeg de bijnaam 'Broeder en Beschermer der Armen'. Zijn belangrijkste politieke prestatie was het herstel van de maatschappelijke veiligheid na de grootschalige terreur van roversbendes. Op weg naar zijn vader in Litouwen werd hij getroffen door een longziekte. Daaraan bezweek hij op 4 maart 1484 aan het koninklijk hof in het Litouwse Grodno, nu gelegen in Wit-Rusland.
Relieken
Casimir was een groot vereerder van de Moeder Gods en de eucharistie. Paus Clemens VIII verklaarde hem in 1602 heilig. Zijn graf bevond zich in de kathedraal van Vilnius, de hoofdstad van Litouwen. Na de verandering van deze kerk in een museum werd zijn gebeente overgebracht naar de Petrus-en-Pauluskerk in Vilnius.