De engelbewaarders zijn volgens de katholieke traditie door God aangesteld om de mensen te verlichten, te beschermen, te geleiden en te besturen. Het doel van deze taken is niet het aardse welbevinden van de mens maar zijn eeuwig geluk bij God.

Ieder mens heeft een engel
De Engelbewaarders of Beschermengelen zijn volgens de christelijke traditie de engelen die zijn aangesteld om de mensen te behoeden voor het kwaad. Geloofd wordt dat God aan iedere mens, dus niet alleen aan de gelovige, een eigen beschermengel heeft toegewezen.

Kerkvaders
De Katholieke Kerk heeft het bestaan van deze engelbewaarders nooit tot dogma uitgeroepen. Het is echter wel door de meeste gezagvolle theologen uit de katholieke traditie voor waar gehouden. In de Catechismus van de Katholieke Kerk wordt de Byzantijnse kerkvader Basilius de Grote (329-379) geciteerd: 'Iedere gelovige wordt terzijde gestaan door een engel om hem als een behoeder en herder naar het leven te leiden' (Adversus Eunomium 3:1). De westerse kerkvader Hiëronymus (ca.340-420) schrijft in zijn commentaar op het Matteüs-evangelie: 'Hoe groots is de waardigheid van de ziel, want iedere ziel heeft vanaf de geboorte een engel toegewezen gekregen om over haar te waken' (Comm. in Matt., xviii, lib. II).

Babylonië
Het geloof in engelbewaarders is niet typisch christelijk. In de Oudheid bestond het al bij de Babyloniërs, de Assyriërs en de Grieken. Er bestaat een theorie dat het joodse geloof in engelen afkomstig is van oosterse culturen in de tijd dat het Joodse volk in de Babylonische ballingschap verkeerde (6de eeuw v.Chr.).

Psalm 91
In het Oude Testament wordt nergens expliciet gesteld dat aan iedere ziel een beschermengel is toegewezen. Een tekst die het dichtst bij het huidige katholieke standpunt komt is Psalm 91. Over de mens die zijn vertrouwen op God heeft gesteld zegt de psalmist: 'Hij heeft zijn engelen last gegeven op al uw wegen u te bewaken. Zij zullen u op hun handen dragen, geen steen zal uw voeten kwetsen' (Bronkhorst-vertaling).

Elia
Elders in het Oude Testament staat wel een verhaal over een engel die de vervolgde profeet Eliawekt en te eten geeft nadat deze vermoeid en moedeloos onder een jeneverbes is gaan zitten in de hoop te sterven (1 Koningen 19).

Jezus over engelen
De meest expliciete tekst van het Nieuwe Testament die met engelbewaarders in verband kan worden gebracht is hoofdstuk 18, vers 10 van het Matteüs-evangelie. Daar zegt Jezus tegen zijn leerlingen: 'Pas op dat je niet op één van deze kleinen neerkijkt, want Ik zeg jullie: hun engelen in de hemel zien voortdurend het gelaat van mijn Vader in de hemel.' Met 'deze kleinen' bedoelt Jezus de kinderen. Uit deze tekst is afgeleid dat alle kinderen engelen hebben en dat hun hemelse voogden in nauw contact met God staan.

Hebreeënbrief
Een ander nieuwtestamentisch vers zegt over de engelen: 'Wat zijn zij anders dan dienende geesten, uitgezonden ten behoeve van hen die de redding zullen erven' (Hebreeën 1:14). 'Redding erven' betekent hier: deelachtig worden aan Gods heerlijkheid. Uit dit vers wordt afgeleid dat engelbewaarders niet zozeer bedoeld zijn om mensen tegen aards onheil te beschermen, maar eerder om ze veilig te geleiden naar het Koninkrijk van God.

Thomas van Aquino
Kerkleraar Thomas van Aquino (1225-1274) behandelt het onderwerp van de engelbewaarders in Questio CXI en Questio CXIII van zijn Summa Theologiae. Volgens hem heeft de Goddelijke Voorzienigheid bepaald dat iedere individuele mens vanaf zijn geboorte, en niet vanaf zijn conceptie, een individuele engel heeft. Onze engelen kunnen ons beïnvloeden door in te werken op onze zintuigen en onze verbeelding. Ze kunnen onze wil echter niet sturen, we blijven te allen tijde vrij. Als een mens zonde bedrijft of kwaad overkomt, dan heeft een engel geen verdriet, zegt Sint Thomas. Een engel legt zich immers altijd neer bij de wilsbesluiten van de Goddelijke Rechtvaardigheid, die het feitelijke kwaad heeft toegestaan. Thomas zegt verder in navolging van Pseudo-Dionysius de Areopagiet dat de engelbewaarders tot de laagste rang van de hemelse hiërarchie behoren.

Liturgische gedachtenis
De Katholieke Kerk viert de gedachtenis van de Engelbewaarders op 2 oktober. Pas in 1608 werd deze gedachtenis door paus Paulus V op de universele kalender geplaatst, eerst als een facultatieve viering later als een verplichte. Liturgiewetenschappers vermoeden dat de gedachtenis van de engelbewaarders is ingesteld als een verrijking van het feest van Sint Michaëlop 29 september. De datum 2 oktober zou destijds de eerste gedachtenisloze dag na 29 september zijn.

Gebed tot engelbewaarder
Veel katholieken zijn opgevoed in het besef dat een engel hun terzijde staat. Er zijn tal van kindergebedjes die dit besef voeden. De bekendste gebeden tot de Engelbewaarder, luiden:

  • Engel van God die mijn bewaarder zijt, aan wie de goddelijke goedheid mij heeft toevertrouwd, verlicht, bewaar, geleid en bestuur mij. Amen.
  • God, in uw ondoorgrondelijke voorzienigheid zendt gij uw engelen om ons te bewaren. Verhoor ons gebed: schenk ons altijd hun bescherming en geef ons eens de vreugde eeuwig bij hen te zijn. Door Christus onze Heer. Amen.
  • Mijn heilige Engelbewaarder, ik kies u tot vertrouwde getuige van de laatste wil van mijn ziel. Zeg aan mijn God op het ogenblik dat ik ga sterven, en ik het misschien zelf niet meer zeggen kan, dat ik geloof al wat de heilige Kerk gelooft, dat ik al mijn zonden verfoei, dat ik aan al mijn vijanden vergeef, dat ik op zijn barmhartigheid hoop dat ik Hem boven alles bemin en graag wil sterven om bij Hem te zijn voor eeuwig. 
    (van de heilige Joannes Maria Vianney)
  • Mijn lieve engel, bewaar en help mij altijd goed. God heeft u aan mij gegeven als een helper in dit leven. Mocht ik verkeerde wegen gaan haal me daar dan vlug vandaan. Leid mij veilig aan uw hand zodat ik niet in moeilijkheden beland.
  • Lieve heilige Engelbewaarder, die mij altijd vergezelt
    op het brugje langs het water op de paadjes in het veld. 
    U wil ik eerbiedig groeten,
    want gij volgt mij op de voeten. 
    Wilt u mij alstublieft bewaren
    waar ter wereld ik ook ga
    voor de duizenden gevaren
    die ik zelf niet eens versta.
    Wilt u mij naar de hemel leiden,
    w
    ant daar wacht ons Jezus beiden.