De epiclese is het onderdeel van het eucharistisch gebed waarin de priester smeekt om de goddelijke kracht die brood en wijn verandert in het Lichaam en Bloed van Christus en de communicanten heiligt.
Aanroeping
Het Nederlandse woord 'epiclese' is afgeleid van het Griekse epiklèsis, dat verschillende betekenissen heeft: 'bijnaam', 'benaming', 'appèl' en 'aanroeping'. Het is samengesteld uit epi- ('erbij', 'aan', 'op') en kalein ('roepen'); epiklèsis als christelijke term betekent doorgaans 'aanroeping'.
Afsmeking van H. Geest
In ruime zin kan iedere aanroeping van God een epiclese worden genoemd. In beperkte zin is een epiclese een gebedsonderdeel waarin de Heilige Geest wordt afgesmeekt. Het vaakst wordt de term gebruikt ter aanduiding van een bepaald element in het Eucharistisch Gebed. De epiclese in dat gebed is tweeledig. Zij bestaat uit de consecratie-epiclese en de communie-epiclese.
Consecratie epiclese
In de Romeinse misliturgie gaat de consecratie-epiclese tijdens de Eucharistie aan de Consecratie vooraf. Tijdens deze epiclese strekt de priester zijn handen uit over brood en wijn en bidt God de Vader dat Hij deze offergaven heiligt 'met de dauw van de Heilige Geest'. Daarmee wordt verondersteld dat de Geest de consecrator is: Hij is de degene die consacreert en niet de priester.
Communie epiclese
In de communie-epiclese bidt de priester dat de gelovigen die te communie gaan door de Heilige Geest worden vergaderd tot één gemeenschap (communio). De communie-epiclese ligt in het verlengde van de consecratie-epiclese. Want zoals de Geest de gaven heiligt, zo heiligt Hij ook de gelovigen die deze geconsecreerde gaven nuttigen.
Niet in Romeinse Canon
Het Romeins Missaal van 1970 kent vier officiële eucharistische gebeden. Het eerste is de Romeinse Canon, die eeuwenlang het enige eucharistische gebed van de rooms-katholieke Kerk is geweest. Opvallend is dat daarin geen expliciete epiclese staat. Wel wordt God voorafgaande aan de consecratie gevraagd of hij de offerande wil zegenen, zodat zij het Lichaam en Bloed van Christus worden. Na de consecratie vraagt de priester aan God om de communie tot heil van de communicanten te laten strekken.
Canon II, III, IV
De tekst van de epiclese in de andere drie andere canons van de officiële Nederlandse missaalvertaling luidt als volgt.
Consecratie-epiclese:
II: Heilig deze gaven met de dauw van uw Heilige Geest, dat zij voor ons worden tot Lichaam en Bloed van Jezus Christus onze Heer.
III: Wij hebben deze gaven hier gebracht om ze aan U toe te wijden. In alle ootmoed vragen wij U, ze te heiligen door uw Geest en ze Lichaam en Bloed van Jezus Christus, uw Zoon, onze Heer, op wiens woord wij deze geheimen vieren.
IV: Daarom smeken wij U, Heer, dat uw Heilige Geest deze offergave wil bezielen, opdat zij het Lichaam en Bloed worden van onze Heer Jezus Christus.
Communie-epiclese:
II: Zo delen wij in het Lichaam en Bloed van Christus en wij smeken U dat wij door de Heilige Geest worden vergaderd tot één enige kudde.
III: Vervul ons van zijn Heilige Geest opdat men ons in Christus zal zien worden tot één lichaam en één geest.
IV: Verleen genadig dat zij die van dit brood eten en uit deze beker drinken door uw Heilige Geest tot één lichaam worden verzameld, in Christus voltooid tot een levende offerande tot uw lof en eer.
Theologisch vraagstuk
Er bestaat een theologische discussie over de noodzaak van de epiclese. Aanleiding is het gegeven dat in de meeste oosterse liturgieën de consecratie-epiclese na Christus' instellingswoorden wordt uitgesproken en niet daarvóór, zoals in de Romeinse liturgie. Volgens de gangbare leer van de meeste oosterse kerken komt de verandering van de offergaven in het Lichaam en Bloed van Christus pas door de epiclese tot stand en niet door Christus' instellingswoorden. De westerse traditie heeft de wezensverandering altijd toegeschreven aan de instellingswoorden; alleen deze woorden hebben volgens die doctrine consecratorische kracht en worden daarom samen met het instellingsverhaal 'consecratie' genoemd. Daar komt nog bij dat in de Romeinse Canon een expliciete epiclese ontbreekt. Tegenwoordig wordt aan heel de canon consecratorische kracht toegeschreven, met de consecratie en impliciete of expliciete epiclese als hoogtepunten.