De ferula (Latijn voor roede, stok) is de pauselijke kruisstaf. De ferula maakt deel uit van de zogenoemde pauselijke regalia. De staf heeft, anders dan kromstaf die bisschoppen gebruiken de vorm van een kruis.
Herkomst
De pauselijke kruisstaf is sinds de vroege Middeleeuwen in gebruik. Aanvankelijk werd de kruisstaf niet door de paus zelf, maar door bedienden voor hem uitgedragen. Alleen bij kerkwijdingen droeg de paus de staf zelf. Vermoedelijk heeft de staf zich ontwikkeld uit een soort keizerlijke scepter, die de pausen voordien droegen als teken van hun wereldlijke macht. De bisschoppelijke staf daarentegen ontwikkelde zich als teken van het herderlijk ambt dat bisschoppen vervullen. Vanaf ongeveer de zestiende eeuw raakte de ferula in onbruik, om pas in de negentiende eeuw in oude luister te worden hersteld.
Hedendaags gebruik
De ferula is een liturgisch attribuut. Dat wil zeggen dat de paus enkel een kruisstaf draagt wanneer hij in liturgisch gewaad is gekleed. Is hij in koor- of staatsiekledij dan draagt hij geen ferula. De paus draagt de staf wanneer hij zich voortbeweegt en houdt hem in zijn linkerhand vast wanneer hij de zegen geeft.
Bekendste ferula
Veruit de bekendste ferula is die van paus Paulus VI. Deze werd ontworpen door de Italiaanse zilversmid Lello Scorzelli. Deze staf toont – anders dan bij eerdere ferulae gebruikelijk was – ook het corpus van de gekruisigde Christus. De staf werd vooral bekend doordat paus Johannes Paulus II deze altijd droeg, waardoor het beeld van de lijdende Christus haast iconografisch samenviel met het beeld van de lijdende paus, die immers de laatste jaren van zijn leven kampte met ernstige gezondheidsproblemen. Paus Benedictus XVI heeft deze ferula dan ook slechts enkele keren gebruikt. Aanvankelijk maakte hij gebruik van een ferula die in 1861 aan paus Pius IX was geschonken. Sinds 2009 gebruikt hij de staf die hem cadeau werd gedaan door de Circolo San Pietro.