In zijn brief aan de christenen van Galatië schrijft Sint Paulus dat niet het onderhouden van de Wet van Mozes redding brengt, maar het geloof in Jezus Christus.
Galatië
De Galaten waren oorspronkelijk Keltische stammen, die reeds in de 3e eeuw v. Chr. vanuit Europa in centraal Klein-Azië binnendrongen en zich vestigden in het 'Galatische land', het gebied rond Ancyra (tegenwoordig Ankara). Vanaf ongeveer 190 v. Chr. stichtten de Romeinse bezetters een provincie Galatië, die ook zuidelijker gelegen streken omvatte, delen van Frygië, Lykaonië en Pisidië.
Zendingsreizen
Volgens de Handelingen der Apostelen was Paulus al in Galatië werkzaam tijdens zijn eerste zendingsreis (Hand. 13-14). Tegenwoordig is men van oordeel dat de apostel zich met dit schrijven aan de Galaten richt tot gemeenten in het noordelijker 'Galatische land', een gebied waar Paulus volgens Handelingen doorheentrekt tijdens zijn tweede zendingsreis (Hand. 16,6). Waarschijnlijk heeft hij toen reeds, in het jaar 50 na Chr., Galatische gemeenten gesticht (vgl. Gal, 4,13v), die hij - wederom volgens Handelingen - op zijn derde zendingsreis opnieuw bezoekt en bevestigt (Hand. 18,23).
Joodse Wet
Na zijn laatste bezoek aan de Galatische gemeenten zijn evangeliepredikers binnengedrongen, joodse christenen, waarschijnlijk afkomstig uit Jeruzalem. Zij trachtten de trouw aan de Tora te combineren met het geloof in Jezus. Vandaar dat ze de besnijdenis ook aan Jezus' volgelingen uit de heidenen wilden opleggen als noodzakelijk voor het heil. De brief wekt de indruk dat deze propaganda gepaard ging met een poging het gezag van Paulus als apostel te ondermijnen.
'Domme Galaten!'
In het eerste deel van de Galatenbrief verdedigt Paulus zijn apostelschap en zijn evangelieprediking onder de heidenen. In het tweede deel toont hij met een voortdurend beroep op het Oude Testament zelf aan dat niet de wet, maar het geloof in Jezus redding schenkt (3,1-5,12). 'Domme Galaten, wie heeft u zo behekst?' schrijft hij. Hij verwijt hun dat zij niet leven volgens de Geest, maar terugvallen in het oude wetsdenken. 'Hoe kunt u zo dom zijn! U bent begonnen in de Geest, wilt u nu eindigen met het vlees? [bedoeld is de besnijdenis] Hebt u zo veel meegemaakt voor niets? Inderdaad, het zou voor niets zijn. Nogmaals: Hij die u de Geest verleent en onder u machtige daden verricht, doet Hij dat omdat u de wet onderhoudt of omdat u gelovig luistert?'
Aan zijn apologie voegt hij vermaningen toe en een eigenhandig geschreven slot (5,13-6,18).
Datering
De brief aan de Galaten is waarschijnlijk omtrent het jaar 55 na Christus in Efeze of Macedonië geschreven.
Eén in Christus
Een van de beroemdste passages uit de brief is:
'U bent allemaal kinderen van God door het geloof, in Christus Jezus. Want allemaal bent u in Christus gedoopt, met Christus bekleed. Er is geen Jood of Griek meer, er is geen slaaf of vrije, het is niet man en vrouw: u bent allemaal één in Christus Jezus.'