Clemens August Graf von Galen (1878-1946) werd tot bisschop van Münster benoemd in 1933, hetzelfde jaar dat Adolf Hitler in Duitsland aan de macht kwam. Von Galen steunde de politiek van de nazi's voorzover daarin het terugdraaien van de voor Duitsland vernederende bepalingen van het verdrag van Versailles centraal stond, maar verzette zich fel tegen antichristelijke tendensen. Dat leverde hem de bijnaam 'de Leeuw van Münster' op. Hij werd op 9 oktober 2005 in Rome zalig verklaard.
Clemens August von Galen werd 16 maart 1878 in een aristocratisch geslacht geboren in de burcht Dinklage. Zijn opleiding genoot hij onder meer bij de jezuïten en aan de universiteiten van Fribourg, Innsbruck en Münster. Op 28 mei 1904 werd Von Galen tot priester gewijd. Zijn kerkelijke loopbaan is sterk verbonden met de stad en het bisdom Münster. In 1904 begon hij in de stad zijn loopbaan als kapelaan van een wijbisschop, en na een periode in Berlijn te hebben gediend, keerde hij er in 1929 als priester van de Sint-Lambertuskerk terug. Op 5 september 1933 werd hij tot diocesane bisschop van Münster benoemd.
Versailles en de Führer
Aanvankelijk steunde Von Galen het nazi-regime. Zo legde hij de eed van trouw af, en sprak hij zich uit tegen kerkelijke bemoeienis met de politiek. Met name het streven van de nationaal-socialisten de voor Duitsland vernederende bepalingen van de vrede van Versailles ongedaan te maken, kon op de warme steun van Von Galen rekenen. Zo juichte hij anno 1936 de Duitse bezetting van het gedemilitariseerde Rijnland toe en prees hij Führer Adolf Hitler (1889-1945) als een man die door 'Gods voorzienigheid' over het lot van Duitsland mocht beschikken.
Antichristelijk
De antichristelijke propaganda van de nazi's was Von Galen een doorn in het oog. Hij liet zijn afkeer ervan openlijk blijken. Zo publiceerde hij in 1934 een weerlegging van de dwaze hersenspinsels die over het christendom naar voren waren gebracht in een boek van partij-ideoloog Alfred Rosenberg (1893-1946). De weerlegging verscheen als pamflet én als bijlage bij het bisdomblad, zodat Von Galen een publiek van honderdduizenden kon bereiken.
Dubbel gezicht
Von Galen representeerde in zekere zin het dubbele gezicht dat veel Duitse katholieken onder Hitler aannamen: het nationalisme van de Führer werd van harte gesteund, maar zijn racistische dwaalleren niet. Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog werd het dubbele gezicht bij bisschop Von Galen nog eens goed zichtbaar. Hij riep namelijk wel op tot verdediging van het vaderland, maar waarschuwde, met een scherp oog voor de racistische motieven van het regime, tevens tegen overdadige haatgevoelens en het ombrengen van gijzelaars en krijgsgevangenen.
Euthanasie
Von Galen nam krachtig stelling tegen de rassenideologie van de nazi's, ofschoon hij zich daarbij niet in het bijzonder tegen de Jodenvervolging uitsprak. Toen het regime een euthanasieprogramma startte, kwam Von Galen hiertegen krachtig in het geweer. In de zomer van 1941 trok hij in enkele preken fel van leer tegen de euthanasie van staatswege, die hij onomwonden als 'moord op onschuldigen' karakteriseerde. Hij ging daarbij zelfs zo ver, dat hij aangifte deed tegen degenen die verantwoordelijk waren voor het wegvoeren van gehandicapten, ongeneeslijk zieken en ouderen. Het protest van Von Galen bleef niet zonder succes: het euthanasieprogramma werd gestaakt.
Goebbels
Prominente nazi's waren des duivels door het optreden van Von Galen, die door medestanders als 'de Leeuw van Münster' werd gevierd. SS-chef Heinrich Himmler (1900-1945) drong aan op zijn arrestatie, en de invloedrijke persoonlijk secretaris van Hitler, Martin Bormann (1900-1945?), wilde hem zelfs ter dood laten brengen. Het was rijkspropagandaminister Joseph Goebbels (1897-1945), die Von Galen in zekere zin beschermde: de minister wenste althans tijdens de oorlog van de aartsbisschop geen martelaar te maken. Hitler zelf, beducht voor een openlijke confrontatie met de Katholieke Kerk, steunde Goebbels, maar zwoer na de oorlog wraak te zullen nemen. Na de capitulatie van Duitsland riep Von Galen de geallieerde bezettingsmacht op tot een humane behandeling van Duitse krijgsgevangenen.
Zaligverklaringsproces
Paus Pius XII verhief Von Galen in 1946 tot kardinaal. Hij overleed op 22 maart 1946 in Münster. Het zaligverklaringsproces werd in 1956 gestart. Paus Johannes Paulus II, die als jong student de preken van Von Galen gelezen en verspreid had, maakte in december 2004 definitief de weg vrij voor de zaligverklaring door de erkenning van een wonder dat op voorspraak van Von Galen zou zijn geschied: een Indonesische scholier genas nadat hij de kardinaal om hulp had gebeden.
Zaligverklaring
De zaligverklaring vond plaats op zondag 9 oktober 2005 in de Sint-Pietersbasiliek te Rome. Voorganger was de Portugese kardinaal José Saraiva Martins, hoofd van de Congregatie voor de Heiligverklaringen. De Duitse paus Benedictus XVI vereerde aan het einde van de mis in de Sint-Pieter persoonlijk de relieken van de zalige. Tot feestdag van de zalige Von Galen werd de datum van zijn overlijden, de 22e maart, uitgeroepen.