In het gebed zoekt de gelovige contact met God, hierin bijgestaan door de Heilige Geest; belangrijke motieven voor gebed zijn onder meer: het loven van God, het zich inleven in Zijn blijde boodschap, het afsmeken van vergeving van de zonden en het vragen van Zijn weldaden voor in het aardse bestaan.

In vertrouwen
Het Nederlandse werkwoord 'bidden' betekent in zijn oorsprong zoveel als 'verzoeken', 'smeken', maar ook 'geduldig en met vertrouwen afwachten'. Deze betekenissen vinden we terug in het christelijk gebed. Als de christen bid, doet hij God vaak een verzoek, nederig en geduldig. De christen verzoekt God in zijn gebed te spreken. In vertrouwen wacht de biddende christen het woord van God af. Zo is bidden, als een poging het woord van God te vernemen, ook een vorm van geconcentreerd luisteren.

Jezus bidt
Als we lezen over de momenten dat Jezus zich in gebed tot God de Vader richt, valt op dat hij Hij zich luisterend opstelt. Jezus probeert steeds opnieuw de wil van zijn Vader goed te begrijpen. Bekend is het gebed waarmee Jezus, kort voor zijn lijden, de Vader aanroept: "Hij ging een eindje verder en wierp zich op de grond. Hij bad dat dit uur, als het mogelijk was, aan Hem voorbij zou gaan. `Abba, Vader,' bad Hij, `U kunt alles. Neem deze beker van Mij weg. Maar niet wat Ik wil, maar wat U wilt.'" (Marcus 14, 35-36).

Gebed des Heren
De apostelen vroegen Jezus om hen te leren bidden. Volgens de evangelist Lucas zei Jezus tot hen:

'Wanneer je bidt, zeg dan:
Vader,
uw naam worde geheiligd,
uw koninkrijk kome;
geef ons elke dag het nodige brood
en vergeef ons onze zonden,
want ook wij vergeven ieder die ons iets schuldig is,
en breng ons niet in beproeving.' (Lucas 11, 2-4)

De apostel Matteüs geeft een iets uitgebreidere versie van dit gebed; die Matteüs-tekst (te vinden onder Onze Vader ) is de meest gebruikte. Het door Jezus gegeven gebed wordt 'Gebed des Heren' genoemd, en ook 'Onze Vader'.

Wezenlijke elementen van gebed
In het Gebed des Heren zijn alle wezenlijke elementen van het christelijk gebed gegeven. Allereerst kan uit het feit dat Christus zelf de woorden van het gebed gegeven heeft, worden afgeleid dat een christen door de Zoon bidt tot de Vader. Vervolgens wordt duidelijk dat een christen in zijn gebed God lof kan brengen ('uw naam worde geheiligd'), dat hij zich in de Blijde Boodschap kan inleven ('uw koninkrijk kome'), en dat hij verzoeken aan God kan richten. Wat die verzoeken betreft: de christen mag, zo blijkt, vragen ('bidden') om de vergeving van zijn zonden, maar ook om zijn dagelijks brood.

Om aards welvaren bidden?
Dat in het Gebed des Heren om 'dagelijks brood' gevraagd wordt, is niet vreemd. Een christen leeft nu eenmaal midden in de wereld, en heeft aardse goederen nodig. Een gelovige, zo leert de Katholieke Kerk, mag vragen of God hem in het aardse wil weldoen, als hij daarbij tenminste niet door zondige zelfzucht wordt gedreven. In ieder geval zal de gelovige, juist ook als hij om weldaden in het aardse vraagt, in de geest van Jezus moeten bidden, dat wil zeggen: hij zal net als Jezus bereid moeten zijn om de wil van God te aanvaarden. In elk gebed, en dus ook in het gebed waarin het om aards welvaren gaat, geldt "niet wat Ik wil, maar wat U wilt."

Heilige Geest
De christen wordt geacht in zijn gebed steeds te luisteren naar de wil van God. Christus zelf heeft aangegeven, dat de gelovige hierbij op ondersteuning mag rekenen. In het gebed verleent de Heilige Geest bijstand. Christus zegt daarover:

'Welke vader onder jullie zal zijn kind, als het om een vis vraagt, in plaats daarvan een slang geven? Of een schorpioen, als het om een ei vraagt? Als jullie dus, slecht als je bent, het goede weten te geven aan je kinderen, hoeveel te meer zal dan de hemelse Vader de heilige Geest geven aan degenen die Hem erom vragen.' (Lc. 11, 11-13).

Kerk en gebed
De Heilige Geest is werkzaam aanwezig in de Katholieke Kerk. Het is daarom ook aan de Kerk om gelovigen bij het bidden te ondersteunen. De Kerk helpt gelovigen onder meer om zuivere en onzuivere gebedsintenties van elkaar te onderscheiden. Ook reikt de Kerk allerhande gebedsteksten en gebedsoefeningen aan.

Kerk in gebed
De Kerk, de gemeenschap van gedoopte gelovigen, is voortdurend in gebed. Het officiële gebed van de Kerk is zorgvuldig vormgegeven in het officie.

Gebed van de Kerk
Het officiele gebed van de katholieke kerk wordt Goddelijk Officie (officium divinum) genoemd. Het wordt dagelijks in naam van de kerk gebeden door kloosterlingen en priesters.

Jaar- en dagofficie
Er is een algemene ordening van het gebed door het jaar, het zogenaamde jaarofficie (liturgische kalender), en een structuur voor elke dag, het dagofficie. 

Acht getijden
Het dagofficie is beter bekend onder de naam 'getijden'. Van oudsher zijn er in de Katholieke Kerk iedere dag acht tijden waarop gelovigen zich in gebed tot God richten. De getijden geven een eigen ritme aan de dag en de nacht. In de nacht worden de metten gebeden, bij de dageraad de lauden, bij de aanvang van het werk de prime of priem, om negen uur de terts, om twaalf uur de sext, om drie uur de none of noon, bij zonsondergang de vespers, en voor het slapen gaan de completen. In kloostergemeenschappen worden de getijden volledig gebeden. Priesters en gewone gelovigen bidden de getijden in gereduceerde vorm. Nadere informatie wordt in het lemma Officie gegeven.

Eigen gebed
Buiten het officie om heeft iedere katholiek zijn eigen gebed. Hij kan bijvoorbeeld God danken of om kracht in moeilijke situaties vragen. Hij kan bidden om genezing van een ziekte, of om het verwerven van bepaalde goederen. Er wordt door katholieken veel gebeden voor andere mensen. Overledenen worden middels gebed herdacht en er wordt ook intensief voor hun zieleheil gebeden. Nog altijd is het onder devote gelovigen gebruikelijk om te bidden voor en na het eten, en voor het naar bed gaan.

Gebedsteksten
Voor zijn eigen gebed gebruikt de gelovige vaak bestaande teksten, ontleend aan de Bijbel, zoals in het geval van het Onze Vader, of aan de traditie van de Kerk, zoals in het geval van het Weesgegroet, de Rozenkrans en het Veni creator spiritus. Soms gebruikt de gelovige een tekst van een beroemd auteur, een enkele keer ook zoekt hij zelf naar woorden.

Kruisteken
Katholieken beginnen hun gebeden vrijwel altijd met het maken van een kruisteken. Daarbij worden met de rechterhand achtereenvolgens het voorhoofd, de borst, de linkerschouder en de rechterschouder aangeraakt. Bij het maken van het kruis wordt tekst gebeden: 'In de naam van de Vader, de Zoon, en de Heilige geest, Amen'. Dat gaat als volgt. Bij het aanraken van het voorhoofd zegt de gelovige: 'In de naam van de Vader', bij het aanraken van de borst: 'de Zoon', bij het aanraken van de linkerschouder: 'en de Heilige Geest', en bij het aanraken van de rechterschouder: 'Amen'.