Maria Goretti was een Italiaans meisje dat in 1902 om het leven kwam toen haar verkrachter haar neerstak, nadat zij zich tegen hem had verzet. Zij werd in 1950 heilig verklaard door paus Pius XII. De Katholieke Kerk gedenkt haar op 6 juli.

Vroege jeugd
Maria Teresa Goretti werd op 16 oktober 1890 geboren in Corinaldo in de provincie Ancona. Zij was de derde van zes kinderen uit het gezin van Luigi Goretti en Assunta Carlini. Haar vader bezat een kleine boerderij maar moest deze vanwege financiële problemen opzeggen. Het gezin was arm. Luigi Goretti overleed toen Maria negen jaar oud was. Omdat haar moeder nu de kost moest verdienen, kreeg Maria een belangrijke rol in de huishouding. Niet lang na het overlijden van haar vader verhuisde het gezin naar Le Ferriere, ongeveer zestig kilometer te zuiden van Rome. Het gezin was zeer vroom.

Martelaarschap
Op 5 juli 1902 was Maria alleen thuis bezig met verstelwerk. Een negentienjarige boerenknecht, genaamd Alessandro Serenelli verschafte zich toegang tot het huis. Hij bedreigde het elfjarige meisje met de dood als zij niet zou doen wat hij wilde, namelijk haar verkrachten. Maria verzette zich hevig en zei tegen de knecht dat hij een doodzonde zou begaan als hij zijn plan doorzette en dat hij vervolgens naar de hel zou gaan. Ze bleef maar roepen: “Nee, het is een zonde, God wil dit niet”. Uiteindelijk zei ze Alessandro, die al bezig was haar te wurgen, dat ze liever zou sterven dan verkracht te worden. Hierop stak hij haar elf keer met een mes. Haar jongere zuster die elders in huis lag te slapen, werd wakker en begon te huilen. Hierop snelde zowel Alessandro's vader als Maria's moeder het huis binnen, waar ze het jonge meisje bloedend op de grond zagen liggen.

In het ziekenhuis
Maria werd met spoed naar het ziekenhuis in Nettuno gebracht. Ze werd geopereerd maar de artsen konden niets meer voor haar doen. Een arts zei haar “Denk aan mij, als je in het Paradijs bent”. Maria antwoordde dat hijzelf daar misschien wel eerder was dan zij. “Jij zult er eerder zijn”, antwoordde de dokter. “Dan zal ik zeker aan U denken”. Ook vroeg ze nog om vergiffenis voor de dader. Op 6 juli overleed Maria, terwijl ze staarde naar een beeld van de Heilige Maagd en een Kruisbeeld tegen haar borst had gedrukt.

Serenelli gevangen
Alessandro Serenelli werd vrijwel onmiddellijk gevangen gezet. Omdat hij nog niet meerderjarig was kreeg hij geen levenslang, maar een gevangenisstraf van dertig jaar. Na drie jaar in de gevangenschap kreeg hij een visioen. Daarin zag hij Maria Goretti, gekleed in het wit, in een groene weide lopen, terwijl ze lelies plukte. Ze kwam vervolgens op hem toegelopen en gaf hem de lelies, die – terwijl hij ze aanpakte – veranderden in witte vlammen. Dit visioen leidde uiteindelijk tot Alessandro's bekering. Meteen na zijn vrijlating zou hij de moeder van Maria om vergeving vragen. “Nu Maria jou op je sterfbed heeft vergeven, kan ik moeilijk anders doen”, zei deze. Samen woonden ze vervolgens een Mis bij.

Zalig en Heilig
Op 27 april 1947 verklaarde paus Pius XII Maria Goretti zalig. Drie jaar later volgde de heiligverklaring. De heiligverklaring vond – voor het eerst in de geschiedenis van de Kerk – plaats op het Sint-Pietersplein. De plechtigheid werd ook bijgewoond door Maria's hoogbejaarde moeder, een van de weinigen die een heiligverklaring van een eigen kind heeft meegemaakt. Ook Alessandro Serenelli, die had getuigd in het proces tot heiligverklaring, woonde de plechtigheid bij.

Iconografie en patronaat
Maria Goretti wordt afgebeeld in boerenkleding of in een witte jurk. Vaak draagt ze witte lelies en een dolk. Zij is de patroonheilige tegen armoede en de dood van ouders en voor kinderen, meisjes, martelaren, slachtoffers van verkrachting en armen. De Kerk gedenkt haar op 6 juli. In Nederland is een aantal scholen naar haar genoemd. Haar intacte lichaam wordt bewaard in glazen kist, in een aan haar gewijd heiligdom in Nettuno: