‘Halleluja’ is een Hebreeuwse jubeluitroep en betekent ‘loof JHWH’.
Het woord halleluja of hallelujah (spreek uit als haleelóéja) is gevormd door samenvoeging van de gebiedende wijs meervoud van een Hebreeuwse werkwoord voor ‘loven’ en de verkorte vorm van de Godsnaam JHWH, die door gelovigen vaak wordt vervangen door ‘de Heer’. Halleluja betekent dus ‘Loof de Heer’ (eigenlijk ‘Looft de Heer’, maar in het Nederlands is de meervoudsvorm van de imperatief in onbruik geraakt).
Hallel en jadah
Er bestaan in het Hebreeuws twee werkwoorden voor ‘loven’: hallel en jadah. Het verschil in betekenis tussen beide is lastig te bepalen. Soms wordt hallel in verband gebracht met het prijzen van God om wie Hij is, namelijk de almachtige schepper. Jadah zou betekenen het loven van God om wat Hij in het bijzonder heeft gedaan voor degene die de lof brengt.
Psalmen
In het Boek der Psalmen komt de uitroep 24 maal voor. Meestal staat het aan het begin of aan het einde van een psalm. De betreffende psalmen zijn 104, 105, 106, 111, 112, 113, 115, 116, 117, 135, 146, 147, 148, 149, 150. Veel exegeten menen dat halleluja hier bedoeld is al liturgisch stijlmiddel, behalve dan bij 135,3 en 147,1 waar het tot de inhoud behoort.
Apocalyps
Uit andere Bijbelpassages (1. Kron 13,6; Neh. 5,13, Tob. 13,18) blijkt heel duidelijk dat halleluja door de Israëlieten werd gebruikt als uitroep van vreugde en/of ontzag voor God, te vergelijken met de islamitische uitroep Allahoe akbar ('God is de grootste'). Dit is in het Nieuwe Testamentovergenomen, zoals in de Openbaring van Johannes, waar God met halleluja’s wordt bejubeld om de val van Babylon.
Katholieke liturgie
In de katholieke eredienst wordt veelvuldig halleluja gezongen (in de Latijnse liturgie: alleluia). In het gregoriaans is het Alleluia het gezang dat klinkt voorafgaande aan de Evangelielezing (behalve in de Veertigdagentijd). In de Paastijd is alleluia bijna aan alle gezongen teksten toegevoegd, zoals antifonen, oproepen en acclamaties, zoals het Ite Missa est aan het einde van de mis. Dit om uiting te geven aan de vreugde om de Verrijzenis. In het Mariale paasgebed Regina Caeli eindigt elke frase met alleluia.