Hallvard Vebjørnsson (c. 1020-1043), oftewel Sint Hallvard (Sankt Hallvard), is de patroonheilige van de Noorse hoofdstad Oslo. Hij wordt beschouwd als een martelaar.

Afkomst
Hallvard werd omstreeks 1020 geboren als zoon van Vebjørn, een rijke boer die een hoeve in Lier (Zuid-Noorwegen) bezat. Zijn moeder, Torny Gudbrandsdatter, zou een dochter zijn geweest van Gudbrand Kula uit Oppland, die ook de vader was van Åsta Gudbrandsdatter, de moeder van Sint Olaf. Van zijn leven is nagenoeg niets bekend. De verhalen die over hem zijn verteld, gaan over de aanleiding van zijn dood in 1043.

Dood
Hallvard verdedigde een zwangere vrouw, mogelijk een lijfeigene, die valselijk van diefstal werd beschuldigd. Hij gaf haar asiel op zijn schip. De mannen die haar gevangen wilde nemen, vielen het schip aan en doodden Hallvard en de vrouw met pijlen. Zij begroeven haar op het strand en probeerden Hallvards lijk met een molensteen om zijn nek in de Drammensfjord te laten zinken. Omdat het niet lukte werden ze betrapt en veroordeeld.

Verering
Hallvard werd al snel na zijn dood vereerd als een lokale martelaar, vooral in het zuidoosten van Noorwegen. In de eerste helft van de 13de eeuw bereikte zijn cultus een hoogtepunt. Zijn feestdag werd gevierd op 15 mei. Hij staat symbool voor de strijd tegen onrechtvaardigheid, de bescherming van onschuldigen en opofferingsgezindheid.

Kathedraal
Zijn relieken werden bewaard in de in 1130 gereedgekomen kathedraal die aan hem werd toegewijd: de Hallvardskatedralen in Oslo. Het gebouw stond op de Oude Markt van Oslo en deed tot ongeveer 1655 dienst als kerk. Zij was niet alleen de bisschoppelijke zetelkerk en het godsdienstige centrum van Noorwegen, maar ook de kerk waar nieuwe koningen werden gekroond, koninklijke huwelijken werden ingezegend en koninklijke uitvaarten plaatsvonden. In de 17de eeuw verviel de Sint-Hallvardskathedraal tot een ruïne.

Zegel van Oslo
Het zegel van de stad Oslo bevat sinds de 14de eeuw zijn afbeelding. Te zien zijn figuren die herinneren aan zijn marteldood: een man met een aureool op een leeuwentroon, die in zijn rechterhand een molensteen draagt en in zijn linkerhand een bundel pijlen; aan zijn voeten ligt een naakte vrouw.