De Heilige Rok is een relikwie die in de Dom van de Duitse stad Trier wordt bewaard. Het betreft delen van een tuniek die door Jezus Christus zelf zou zijn gedragen op de dag van zijn veroordeling tot de kruisdood. Textielarcheologische onderzoekingen in de jaren zeventig van de vorige eeuw hebben de ouderdom van de stof niet kunnen vastleggen.
Nieuwtestamentische achtergrond
Over de kleding die Jezus droeg op de dag van de kruisiging wordt uitvoerig bericht in het Johannes-evangelie. In hoofdstuk 19:23-25 staat: “Toen de soldaten Jezus hadden gekruisigd, verdeelden ze zijn kleren in vieren, voor iedere soldaat een deel. Maar er was ook nog de lijfrok: die was naadloos, van bovenaf uit één stuk geweven. Daarom zeiden ze tegen elkaar: 'Die mogen we niet stukscheuren; laten we hem liever onder elkaar verloten.' Zo moest het schriftwoord in vervulling gaan dat zegt: Ze hebben mijn kleren onder elkaar verdeeld, en om mijn kleding hebben ze gedobbeld. Dit hebben de soldaten inderdaad gedaan.” De Heilige Rok nu, zou dezelfde zijn als de lijfrok die hier wordt genoemd.
Komst naar Trier
Volgens de overlevering zou de heilige keizerin Helena (moeder van keizer Constantijn de Grote) de naadloze lijfrok hebben meegenomen toen zij in Jeruzalem ook het Heilig Kruis hervond. Fragmenten van het kruis worden bewaard in de Santa Croce in Gerusalemme in Rome, een basiliek die gebouwd werd naast het paleis van de keizerin. De keizerin verbleef evenwel ook lange tijd in Trier. Bij die gelegenheid zou ze de Heilige Rok aan de Kerk aldaar hebben geschonken. Het kostbaar kledingstuk werd voor het eerst vermeld in een oorkonde uit 1196, toen de lijfrok werd opgeborgen in het nieuwe hoogaltaar van de Trierer Dom. Deze vermelding is ouder dan die van de Sandalen van Christus, die zich in de nabij Trier gelegen Abdij van Prüm bevinden.
Bedevaarten
De Heilige Rok werd in 1512 op last van keizer Maximiliaan I voor het eerst uitgesteld. Onmiddellijk trok het kledingstuk pelgrims uit heel Europa. Aanvankelijk leidde dit tot jaarlijkse pelgrimstochten, maar al snel besloot paus Leo X dat er over deze bedevaarten afstemming zou moeten plaats vinden met de heiligdommen in Aken. Daar worden namelijk de zwachtels en de lendendoek van Christus bewaard alsmede de onthoofdingsdoek van Johannes de Doper en een jurk van Maria. Besloten werd om voor beide bedevaarten een zevenjarig ritme vast te leggen. Deze zevenjarige bedevaarten hadden tot 1545 plaats. Daarna volgden meer dan honderd jaar geen uitstellingen van het reliek plaats. Dit had vooral te maken met de godsdienstoorlogen ten gevolge van de reformatie. Bovendien werd de rok overgeplaatst naar Koblenz, waar de reliek in een fort werd bewaard en pas in 1665 weer aan de pelgrims werd getoond. Sinds 1810 is het kledingstuk weer terug in de Dom van Trier. Sindsdien is de rok vijf keer uitgesteld geweest, in 1810, 1844, 1891, 1933, 1959 en 1996. Van 13 april tot 13 mei 2012 zal er weer een Rokbedevaart plaatsvinden. Dit om de vijfhonderdste verjaardag van de eerste uitstelling te gedenken. De rok is zo weinig te zien, omdat blootstelling aan lucht en licht het kledingstuk ernstige schade kan toebrengen.
Symbool van de eenheid
De Heilige Rok wordt – omdat het een naadloos kledingstuk is – wel gezien als een symbool van de eenheid der Christenen. In 1959 werd het kledingstuk ook expliciet zo genoemd door paus Johannes XXIII: 'beeld en gelijkenis van de eenheid der kerken'. Sindsdien is er ook een gebed om eenheid dat door bedevaartgangers wordt gebeden:
Jezus Christus
Onze Heiland en Verlosser
Erbarm U over ons
En over heel de wereld
Gedenk Uw christenheid
En breng samen
Wat verdeeld is.