De Rooms-Duitse keizer Henricus II († 1024) werd in 1147 heiligverklaard. Hij is de patroon van de oblaten van de benedictijnen.
Henricus werd geboren op 6 mei 973 (of 978) als telg van de Ottoonse dynastie. In 995 volgde hij zijn vader op als hertog van Beieren. In 1002 werd hij te Mainz gekroond tot koning van Duitsland en in 1004 te Pavia tot koning van Italië.
De Duitse keurvorsten kozen hem tot Rooms-Duitse keizer. Op 14 februari 1014 kroonde paus Benedictus VIII hem in de Vaticaanse Sint-Pietersbasiliek tot Keizer der Romeinen (Romanorum Imperator).
Henricus onderscheidde zich als koning en als keizer op bijzonder wijze door zijn zorg voor de godsdienstige en morele verbetering van de kerk en voor de verkondiging van het Evangelie aan de heidenen. Hij richtte verscheidene bisdommen op, waaronder Bamberg, en schonk veel van zijn bezit aan benedictijnse abdijen.
Keizer Henricus, die geen kinderen had, stierf op 13 juli 1024 zijn paleis in Göttingen aan de gevolgen van een infectie.
Hij werd in 1147 door paus Eugenius III heiligverklaard. Zijn gemalin, keizerin Cunegonde, werd op 29 maart 1200 heiligverklaard door paus Innocentius III. Het gemeenschappelijk graf van het heilige keizerspaar ligt in de kathedraal van Bamberg, Beieren.
Sint-Henricus wordt in de Katholieke Kerk herdacht op 13 juli.
Paus Pius X riep hem uit tot patroon van de oblaten van de Orde van Sint-Benedictus.