Petrus Adrianus Willem Hopmans (1865-1951) was van 1914 tot zijn dood de vijfde bisschop van Breda.

Vroege leven

Hopmans werd op 22 augustus 1865 geboren in Standdaarbuiten, een agrarisch kerkdorp tussen Fijnaart en Oudenbosch. Hij was de zoon van landbouwer Willem Hopmans en Cornelia Blommerde. Hopmans bezocht het kleinseminarie Ypelaar en het grootseminarie Bovendonk. Hij werd op 12 oktober 1890 door mgr. Petrus Leyten gewijd tot priester van het bisdom Breda. Hij was hierop enkele maanden kapelaan in Kruisland. Tot 1893 studeerde hij theologie in Leuven, waarna hij werd benoemd tot professor aan het diocesaan kleinseminarie. In 1897 benoemde Leyten hem tot secretaris van het bisdom. In 1908 werd hij bevorderd tot vicaris-generaal van het bisdom Breda en tot pastoor van het Begijnhof. In 1909 trad hij als kanunnik toe tot het Kathedraal Kapittel van Breda.



Bisschop

Paus Pius X benoemde hem in de zomer van 1914 tot bisschop van Breda. Deze benoeming werd in september 1914 bekrachtigd door Pius' opvolger, paus Benedictus XV. In november van dat jaar werd hij bisschop gewijd en nam hij bezit van de zetel van Breda. Zijn wapenspreuk was Mihi vivere Christus est ('Het leven is voor mij Christus'). Hopmans zou de diocesane zetel bezet houden tot zijn dood in 1951, waarmee zijn ambtsperiode de langste is in de geschiedenis van de Nederlandse kerkprovincie.

Katholiek verenigingsleven

Hopmans was de motor achter het katholieke verenigingsleven dat in het Bredase nog weinig ontwikkeld was. Met name de drankbestrijding had zijn volle aandacht. Ook stichtte hij een groot aantal nieuwe parochies, waarbij hij ernaar streefde om aan elke parochie ook een school te verbinden. Zijn bestuursstijl was eerder autoritair dan warm-menselijk. Mgr. Hopmans werd door Benedictus XV benoemd tot pauselijk huisprelaat en door paus Pius XI tot bisschop-assistent bij de pauselijke troon. Hij leidde een sober, haast ascetisch leven en was wars van feestelijk eerbetoon. Zijn gouden priesterjubileum, dat samenviel met zijn zilveren bisschopsjubilieum werd slechts gevierd met een plechtig Te Deum.

Overlijden

Hopmans leidde het bisdom tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar stelde na afloop van de oorlog vast dat zijn krachten waren afgenomen. Hij vroeg aan paus Pius XII een coadjutor, die hem werd toegewezen in de persoon van Joseph Baeten. Deze nam sinds zijn benoeming in 1945 het feitelijke bestuur van het bisdom op zich. Mgr. Hopmans overleed op 18 februari 1951, vijfentachtig jaar oud.