Een hostie is een stukje brood dat in de eucharistieviering gebruikt wordt. Te communie gaan betekent het ontvangen van een hostie, die door de priester is geheiligd. Daardoor is de hostie geworden tot het Lichaam van Christus.

Slachtoffer

Het woord 'hostie' is afgeleid van het Latijnse woord hostia, dat 'slachtoffer' of 'offerdier' betekent. Dit woord wordt gebruikt in het oude Romeinse Eucharistische Gebed: offerimus praeclarae maiestati tuae (..) hostiam puram, hostiam sanctam, hostiam immaculatam ('wij brengen aan uw schitterende majesteit dit zuiver offer, dit heilige offer, dit onbevlekte offer aan').

Paaslam

In bovenstaande mistekst schuilt een complexe gedachte aangaande de Eucharistie. De onbevlekte hostia waarover wordt gesproken slaat op het brood dat de priester aan God aanbiedt, maar ook op Christus, die zichzelf aan God heeft geofferd. Daarin wordt verwezen naar het onbevlekte paaslam waarvan in het oudtestamentische boek Exodus sprake is: het bloed van het geslachte, mannelijke lam zonder vlekken bood in de paasnacht bescherming aan de Israëlieten toen Gods toorn de Egyptenaren sloeg. 

Brood van Eeuwig Leven

Ons woord 'hostie' slaat dus op de eerste plaats op Christus, het geslachte paasoffer, die Zichzelf als Brood van Eeuwig Leven te eten geeft. Op de tweede plaats verwijst 'hostie' naar de stukjes brood die bedoeld zijn om op het altaar tijdens de Consecratie geheiligd te worden.

Zuiver tarwemeel

Een hostie is gemaakt van een beslag van zuiver tarwemeel en water. In de Westerse Kerk bevat het beslag geen zuurdesem of gist. Het eucharistisch brood is in de meeste oosterse kerken wel gedesemd. 

Ouwel

Een hostie wordt beschouwd als brood, maar is praktisch gezien meer een wafeltje of een ouwel. In de Middeleeuwen was het bakken van hosties een gewijde bezigheid die enkel door geestelijken mocht worden uitgevoerd. Tegenwoordig worden hosties veel gebakken in zusterkloosters, in Nederland bijvoorbeeld in het Clarissenklooster in Megen.

Grote en kleine

Tijdens de Mis consacreert de priester meestal één grote hostie en vele kleine. De grote is bedoeld voor de voorganger(s) en de kleine zijn voor de gelovigen. In veel hostiebakkerijen wordt de grote hostie versierd door een afbeelding van Jezus aan het kruis. Meestal hebben de hosties een schijfachtige, ronde vorm.

Verlangen naar echt brood

Omdat de witte, flinterdunne hosties niet meteen aan brood doen denken, zijn sommige hostiebakkerijen overgegaan tot een iets dikkere vorm. In de Kerk van het Westen leeft bij sommigen het verlangen om net als bij de meeste oosterse katholieken en orthodoxen herkenbaar, gerezen brood te gebruiken.