Jan Houben (1821-1893) uit het Zuid-Limburgse Munstergeleen is vooral bekend onder zijn kloosternaam Karel van Sint Andries. In Ierland werd deze pater passionist bij leven als een wonderdoener vereerd. Op 3 juni 2007 werd hij door paus Benedictus XVI Rome heilig verklaard.

Munstergeleen

Joannes Andreas Houben werd op 11 december 1821 in Munstergeleen (Zuid-Limburg) geboren als vierde kind in het molenaarsgezin Houben-Luyten. Na de lagere school volgde hij lessen in Sittard aan een pas opgerichte katholieke middelbare school. Op 19-jarige leeftijd vervulde hij zijn militaire dienstplicht in Bergen op Zoom. Daar hoorde hij voor het eerst van de Congregatie der Passionisten, een kloostergemeenschap die het Lijden van Christus centraal stelt.

Naar Engeland

Joannes trad in 1845 in bij de passionisten in Ere (Belgiƫ). Bij zijn inkleding ontving hij de naam: Karel van Sint Andries. In 1850 werd hij tot priester gewijd. Twee jaar later stuurde zijn oversten hem naar Engeland, waar hij zich inzette voor arme Ierse immigranten.

Mount Argus, Dublin

In juli 1857 vertrok pater Karel naar Ierland en vestigde zich in het pasgestichte klooster op Mount Argus, een landgoed bij Dublin. Al snel werd hij bekend om zijn geneeskrachtige gaven. Hij had de gewoonte om zieken te besprenkelen met water dat hij had gewijd met een reliek van Sint Paulus van het Kruis (1694-1775), de stichter van de Passionisten.

Schandaal

De mirakels van Mount Argus zorgden ervoor dat het klooster werd overspoeld door pelgrims. De verhalen over de genezingen riepen echter weerstand op bij de plaatselijke medische stand. Volgens de artsen zou Karel zieken hebben verboden zich onder doktersbehandeling te stellen. Hun valse aantijgingen werden breed in de pers uitgemeten. De negatieve publiciteit bereikte een dieptepunt toen bekend werd dat handelaren flesjes met door Karel gewijd water verkochten. De paters van Mount Argus werden daarop beschuldigd van Simonie, d.i. handel in heilige zaken.

Ballingschap

De toenmalige aartsbisschop van Dublin, kardinaal Paul Cullen, zat behoorlijk met het schandaal in zijn maag en was van mening dat de rust pas kon terugkeren als pater Karel Mount Argus zou verlaten. De kardinaal bewoog daarom Karels superieuren de Nederlandse pater naar Engeland te sturen. Karels ballingschap duurde acht jaar.

Terug naar Ierland

In 1874 mocht Karel naar Dublin terugkeren. Opnieuw leidde zijn aanwezigheid tot een toestroom van zieken, hulpbehoevenden en andere gelovigen. Pater Karel zat bijna dagelijks urenlang in de biechtstoel om tallozen de Absolutie te verlenen. Gedurende zijn verdere leven kenmerkte zijn leven zich door strenge boetvaardigheid, verstild gebed en grote betrokkenheid bij de problemen van al die mensen die hem bezochten.

Overlijden

Na een ongelukkige val, waarbij hij een ernstige infectie opliep, moest Karel bed houden. Zijn wonden genazen niet; hij stierf op 5 januari 1893. Zijn medebroeders begroeven hem op het kloosterkerkhof van Mount Argus. Spoedig nadien werd zijn graf een bedevaartsoord. Het stoffelijk overschot van Karel Houben werd in 1949 verplaatst naar een graf in de kloosterkerk van Mount Argus.

Devotie in geboortedorp

In zijn geboortedorp Munstergeleen kwam de cultische verering van Karel na 1935 op gang. In dat jaar kochten de passionisten een gedeelte van Karels ouderlijk huis. In de kamer waar hij geboren werd, richtten zij een kleine kapel in. Dit was de eerste devotieplaats voor Karels vereerders in Nederland. In 1954 konden de passionisten ook de rest van het ouderlijk huis kopen, echter met uitzondering van het gedeelte van de watermolen. In de stal werd een nieuwe kapel ingericht, die op 8 december 1954 werd toegewijd aan Maria, Koningin van Munstergeleen.

Zaligverklaring

In 1922 besloten de passionisten de zaak voor de zaligverklaring van hun medebroeder aanhangig te maken. In 1979 verklaarde paus Johannes Paulus II hem tot 'eerbiedwaardige dienaar Gods', omdat Karel Houben de christelijke deugden op heldhaftige wijze had beoefend. De zaligverklaring volgde in 1988 na de erkenning van een wonder uit 1952. In dat jaar genas ene mevrouw Spaetgens-Verhegge uit Valkenburg aan de Geul van een ongeneeslijke maagaandoening.

Genezing Dolf Dormans

Het heiligverklaringsproces kwam in een stroomversnelling toen ene Dolf Dormans uit Munstergeleen in 1999 genezen bleek van een dodelijke darmaandoening. Hij getuigde dat toen hij op sterven had gelegen tot pater Karel had gebeden. Artsen hadden verklaard dat deze genezing niet wetenschappelijk verklaard kon worden. In 2006 werd dit wonder door het Vaticaan erkend. De relatief snelle voortgang van het proces was vooral te danken aan pastoor Harry Broers van Munstergeleen.

Heiligverklaring

Op 23 februari 2007 maakte het Vaticaan tijdens een Gewoon Publiek Consistorie bekend dat de "zalige Karel van Sint Andries" op 3 juni 2007 heilig zou worden heilig verklaard. Op 3 juni 2007 werd in Rome tijdens een openluchtmis op het Sint-Pietersplein in de stromende regen Pater Karel gecanoniseerd. Ongeveer 800 pelgrims uit Limburg namen aan de plechtigheid deel.