Sint Johannes Chrysostomus (ca. 345-407), aartsbisschop van Constantinopel, is een van de voornaamste kerkvaders van het Oosten. Hij wordt beschouwd als een van de briljantste predikanten in de christelijke oudheid.

Guldenmond

Johannes werd pas op latere leeftijd gedoopt, waarschijnlijk in 368 of 373. Hij studeerde bij de heidense retor Libianus, van wie hij alle vaardigheden leerde die hij later als bisschop zo goed kon gebruiken. Hij verwierf zich een fabelachtige kennis van de Griekse taal en letterkunde. Ook die zou hij inzetten voor de prediking van het Rijk Gods, wat hem de bijnaam Guldenmond (Χρυσοστομος, Chrysostomos) zou opleveren.

Spiritueel verlangen

Als jongen voelde hij zich reeds aangetrokken tot de stilte en de eenzaamheid. Toen hij zijn verlangen naar het kluizenaarschap aan zijn moeder kenbaar, smeekte zij haar zoon om daar van af te zien. Zijn vader, een hoge Romeinse legerofficier, leefde toen niet meer.

Asceet

Na zijn retoricastudie werd hij in Antiochië student bij Diodorus van Tarsus, een aanhanger van de niceaanse stroming van het christendom. Na zijn studies besloot hij alsnog kluizenaar te worden. Hij leidde twee jaar lang een leven van boete en versterving. Vanwege het strenge vasten en zelfopgelegde slaapdeprivatie werd hij ziek, waardoor hij zich genoodzaakt voelde terug naar Antiochië te keren.

Aartsbisschop

Terug in Antiochië werd hij in 381 diaken gewijd en in 386 tot priester. In 397 werd hij door de geestelijkheid en het volk van Constantinopel tot bisschop van de keizerlijke hoofdstad gekozen. Toen hij dit hoge ambt weigerde, werd hij naar Constantinopel ontvoerd. Keizer Arcadius dwong de fanatieke patriarch Theophilus van Alexandrië om Johannes tot bisschop te wijden, dit zeer tegen diens zin. Theophilus, fel gekant tegen de hoge rang van het bisdom Constantinopel, kreeg later een groot conflict met Johannes Chrysostomos omdat hij hem – ten onrechte - verdacht van omgang met Egyptische monniken die als ketter veroordeeld waren.

Afgezet

Johannes Chrysostomus bestreed krachtig alle misstanden in zijn bisdom. Daarbij maakte hij veel vijanden, onder wie de ijdele keizerin Eudoxia. Theophilus sloot een pact met de keizerin om zijn rivaal ten val te brengen. Hij reisde naar Constantinopel en op de zogenoemde Synode bij de Eik (juli 403) bij Chalcedon slaagde hij erin Johannes af te zetten. Keizer Arcadius bekrachtigde dit en verbande Johannes.

Opnieuw verbannen

Johannes Chrysostomus was nog niet weggevoerd naar zijn ballingsoord of het volk van Constantinopel dreigde in opstand te komen. Geëist werd dat hun geliefde bisschop zou terugkeren. Daarop werd de stad ook nog opgeschrikt door een aardbeving, die beschouwd werd als een straf voor de verbanning van Johannes. Keizerin Eudoxia voelde zich genoodzaakt de bisschop te verzoeken terug te keren. Chrysostomus keerde terug, werd gerehabiliteerd, maar werd twee maanden later weer in opspraak gebracht omdat hij in een preek de keizerin zou hebben beledigd. Opnieuw werd hij door een synode, geleid door Theophilus van Alexandrië, afgezet.

Beroep op paus

Ditmaal wenste Chrysostomus zich niet neer te leggen bij zijn afzetting. Hij deed toen een beroep op de bisschop van Rome, paus Innocentius I, en de bisschoppen van Milaan en Aquilea. De paus trok zich het lot van Chrysostomus aan en verklaarde de afzetting ongeldig. Hij stelde voor een nieuw oecumenisch concilie bijeen te roepen. De Byzantijnse bisschoppen voelde daar echter niets voor. De paus besloot daarop de kerkelijke banden met alle vijanden van Chrysostomus te verbreken.

Overlijden

Het ballingsoord van de zieke Chrysostomus bevond zich in Cucusus in Klein-Armenië. Hij werd daar goed verzorgd en ook in staat gesteld om veel bezoek te ontvangen. Zijn vijanden lieten hem daarom wegvoeren naar de oostelijke oever van de Zwarte Zee. Onderweg stierf hij op 14 september 407 in de stad Comana van uitputting. Het nieuws van zijn dood sloeg in het Westen in als een bom. Het Latijnse episcopaat verbrak de band met de Oosterse patriarchaten. Deze zou pas weer worden hersteld als de naam van Johannes Chrysostomus zou worden opgenomen in de officiële lijst van heiligen.

Relieken

In het jaar 438 werden de relieken van Johannes Chrysostomus naar Constantinopel overgebracht. Keizer Theodosius II, de zoon van Arcadius en Eudoxia, liep het gebeente van de heilige bisschop nederig tegemoet. Hij zou zich erover heen hebben gebogen en gebeden hebben voor zijn ouders die Chrysostomus zoveel leed hadden berokkend.

Preken

Johannes Chrysostomus wordt beschouwd als vooral een pastoraal theoloog. Zijn preken en geschriften beogen een verdieping van het christelijk geloof bij de gelovigen. Zelden mengde hij zich in zware christologische debatten. Een enkele keer richtte hij zich tegen de Arianen en hekelt hij hun rationalisme. Het ging hem vooral dus over de beleving van het geloof door middel van de viering van de liturgie en de verering van de martelaren.

Goddelijke Liturgie

In de Byzantijnse Kerken vereert men hem als liturg. Aan hem wordt het auteurschap van de meest gecelebreerde eucharistische eredienst toegeschreven: de Goddelijke Liturgie van de Heilige Johannes Chrysostomus.

Feestdagen

De jaarlijkse gedachtenis van Johannes Chrysostomus in de Katholieke Kerk is op 13 september. In de Orthodoxe Kerk wordt hij herdacht op 13 november; de overbrenging van zijn relieken naar Constantinopel op 27 januari. Zie verder: Translatie van relieken Chrysostomus en Gregorius.

Drie Hiërarchen

Samen met Sint Gregorius van Nazianze en Basilius de Grote vormt hij het drietal Kerkvaders die in de Orthodoxe Kerk worden vereerd als de Drie Heilige Hiërarchen. Hun feestdag (synaxis) is 30 januari.