Julius II (1503-1515) was een typische renaissance-paus. Naast kerkelijk leider was hij vooral een succesvol veldheer. Hij gaf opdracht tot de bouw van een nieuwe Sint-Pietersbasiliek. Michelangelo kreeg van hem de opdracht om het plafond van de Sixtijnse Kapel te beschilderen.
Della Rovere
Julius II werd in 1443 geboren als Giuliano della Rovere in Ligurië. Hij was een telg van arme landadel. Zijn leermeester was zijn oom, de franciscaan Francesco della Rovere. Ook Giuliano trad in bij de Orde der Minderbroeders, waarvan zijn oom in 1464 minister-generaal werd. Toen deze in 1471 tot paus gekozen werd (Sixtus IV), ontving Giuliano tal van privileges en erefuncties. Zo werd hij benoemd tot kardinaal-priester van de kerk San Pietro in Vincoli (Sint-Petrus' Banden) in Rome. Ook bezette hij meerdere bisschopszetels, wat hem een groot inkomen opleverde.
Innocentius VIII
Na de dood van Sixtus IV in 1484 kocht kardinaal Della Rovere voorname conclavisten om zodat zij kardinaal Giovanni Battista Cibo tot paus zouden kiezen. Cibo had veel schulden bij Della Rovere en zou dus als paus zijn stroman kunnen worden. Cibo werd inderdaad gekozen en nam de naam Innocentius VIII aan.
Aartsvijand Borgia
Gedurende het pontificaat van Inncocentius beschikte Della Rovere over veel macht. Dat wekte de ergernis van de andere kardinalen. Toen Innocentius in 1492 stierf besloten zij dan ook niet hem maar de Spaanse kardinaal Rodrigo Borgia (Alexander VI) tot paus te kiezen. Alexander VI was de aartsvijand van Della Rovere, die gedurende dat hele pontificaat (1492-1503) Rome uit veiligheidsoverwegingen meed en zich vooral ophield in Noord-Italië en Frankrijk.
Tot paus gekozen
Na de dood van Alexander kozen de conclavisten kardinaal Piccolomini (Pius III) tot paus, maar die overleed al na zesentwintig dagen. Della Rovere rook nu zijn kans. Opnieuw kocht hij de kardinalen om en beloofde hun als paus rijkelijk te begunstigen. Op 31 oktober 1503 werd hij tot Bisschop van Rome gekozen. Hij nam de naam Julius II aan.
Oorlogen
Een van zijn eerste besluiten als paus was het uitbreiden van de wereldlijke macht van het pausdom. Hij verlangde uitbreiding van de Pauselijke Staten, wat oorlog met het machtige Venetië betekende. Als veldheer wist hij gebieden in de Romagna te heroveren. Ook de steden Perugia en Bologna kwamen weer onder pauselijk gezag te staan. In 1509 sloot hij zich aan bij de Liga van Cambrai omwille van militaire steun tegen de Republiek van Venetië. Die verloor in mei 1509 een beslissende veldslag bij Agnadello, wat Julius de steden Rimini en Faenza opleverde.
Overlijden
Na zijn succes in Italië besloot Julius het op te nemen tegen Frankrijk, dat nog steeds enkele delen van Italië overheerste. Daartoe vormde de paus in 1510 de zogeheten Heilige Liga. Bij deze militaire alliantie waren aangesloten het Heilig Roomse Rijk, Spanje, Engeland, de Zwitserse Kantons en ook Venetië. In 1513 werden de Fransen bij Novarra door de Zwitsers verslagen, maar die overwinning was van korte duur. Julius was al een tijd ziek en kreeg tijdens een van zijn veldtochten een koortsaanval. In allerijl werd hij naar Rome gebracht, waar hij op 21 februari 1513 overleed. Daardoor werd de Heilige Liga opgeheven en wist Frankrijk zich te herstellen. Bij de Slag van Marignano in 1515 heroverden zij Lombardije.
Concilie
Julius' militaire activiteiten, die hem de bijnaam il papa terribile ('de verschrikkelijke paus') opleverden, hielden hem niet af van zijn geestelijke plichten. Zo trad hij streng op tegen simonie en kerkelijke corruptie. Julius, die zelf dankzij nepotisme en omkoping aan de macht was gekomen, verscherpte zelfs het reglement voor een conclaaf. Ook voerde hij hervormingen door in het kloosterleven en riep hij in 1512 het Vijfde Lateraans Concilie bijeen. Deze kerkvergadering verklaarde het door de Franse koning bijeengeroepen Concilie van Pisa ongeldig.
Michelangelo en Rafaël
Julius II is vooral de geschiedenis ingegaan als typische Renaissance-paus, omdat hij mecenas was en opdrachtgever van grote kunstwerken, die wereldberoemd zouden worden. Hij was het die Michelangelo de opdracht gaf het plafond van de Sixtijnse Kapel te beschilderen. Rafaël (Raffaello Sanzio) kreeg van hem de opdracht in het Apostolisch Paleis enkele kamers van fresco's te voorzien. Die maken thans als de Stanze di Raffaello deel uit van de Vaticaanse Musea.
Nieuwe Sint-Pieter
Julius II gaf in 1506 de opdracht tot de sloop van de antieke Sint-Pietersbasiliek van Constantijn de Grote en de bouw van een compleet nieuwe kerk boven het graf van Petrus. Hij had Bramante de opdracht gegeven deze nieuwe Sint-Pieter te ontwerpen. Michelangelo werd gevraagd zijn grafmonument te maken, dat bedoeld was om tegen de achterwand van de nieuwe basiliek geplaatst te worden. Daar is het monument echter niet terechtgekomen. Het staat in de San Pietro in Vincoli, Julius' titelkerk toen hij nog kardinaal was.