Sint-Justinus de Martelaar (2de eeuw) was een filosoof die het Evangelie in woord en geschrift verdedigde tegen heidenen, joden en ketters.
Jeugd
Flavius Justinus werd in het begin van de 2de eeuw geboren te Flavia Neapolis in Samaria (het huidige Nabloes in Israël). Zijn ouders waren heidenen. Hij kreeg een gedegen letterkundige opleiding en verdiepte zich in de Griekse filosofie.
Hoogste Vorm
Geen van de oude wijsgeren kon zijn honger naar waarheid echter stillen. Toch bewonderde hij Plato en diens ideeënleer, waarin deze Atheense wijsgeer betoogde dat de zichtbare dingen slechts afspiegelingen zijn van eeuwige vormen. De hoogste vorm was volgens Plato de Idee van het Goede. Deze notie zette Justinus op het pad naar het christelijke geloof.
Apologieën
Na zijn bekering en doop schreef Justinus diverse werken waarin hij het Evangelie op filosofische wijze verdedigde tegenover heidenen, joden en ketters. Slechts twee van zijn zogenoemde apologieën en de Dialoog van Tryfo zijn bewaard gebleven. Hij trachtte daarin aan te tonen dat het christelijke geloof in het verlengde ligt van redelijkheid en daar niet haaks op staat, zoals anti-christelijke filosofen dachten.
Marteldood
Justinus opende aan de Via Tiburtina in Rome een wijsgerige school. Daar organiseerde hij publieke filosofische debatten. Tijdens een golf van christenvervolging onder keizer Marcus Aurelius werd Justinus gearresteerd. Omdat hij weigerde te offeren aan de Romeinse goden, stierf hij omstreeks 163 de marteldood.
Feestdag
Kerkhistorici rekenen hem tot de generatie van de Vroegchristelijke Apologeten. De liturgische gedachtenis van Sint-Justinus de Martelaar (Sanctus Iustinus Martyr) staat zowel op de Byzantijnse als de Romeinse kalender op 1 juni.