De hoogste rang binnen het College der Kardinalen is die van kardinaal-bisschop.
Drie rangen
Het College van Kardinalen bestaat uit drie orden, gerangschikt naar analogie van de graden van het wijdingssacrament: diaken (diaconus), priester (presbyter) en bisschop (episcopus). De kardinaal-diakens zijn doorgaans zittende prelaten van de Romeinse Curie; de kardinaal-priesters zijn meestal metropolieten; de kardinaal-bisschoppen zijn senioren met een hoge staat van dienst en oosters-katholieke patriarchen.
Twee groepen
Het gezelschap van kardinaal-bisschoppen bestaat uit twee groepen. De eerste groep wordt gevormd door kardinalen die diocesaan bisschop zijn van een suburbicair bisdom, de tweede door patriarchen van oosterse ritussen.
Geen titelkerk in Rome
Kardinaal-diakens en kardinaalpriesters maken deel uit van de geestelijkheid van Rome en zijn daarom verbonden met een titelkerk in de Eeuwige Stad. Kardinaal-bisschoppen zijn hoofd van een suburbicair bisdom dan wel patriarch of emeritus patriarch.
Suburbicair
De zeven diocesen in de omgeving van de stad Rome (suburbicair) zijn Ostia, Albano, Frascati, Palestrina, Porto-Santo Rufina, Sabina-Poggio Mirteto en Velletri-Segni. De suburbicaire bisschoppen maken al sinds de vroege middeleeuwen deel uit van de pauselijke entourage. Paus Stephanus III (768-772) spreekt in het Liber Pontificalis al over kardinaal-bisschoppen (episcopis cardinalibus).
Zes
Sinds eeuwen is het een gebruik dat er slechts zes suburbicaire bisschoppen zijn. Aangezien er zeven suburbicaire bisdommen zijn, is er dus steeds één kardinaal-bisschop die van twee suburbicaire bisdommen bisschop is. Zo was Joseph Ratzinger (paus Benedictus XVI) bisschop van zowel Velletri-Segni als Ostia. Het is een gebruik dat de Deken van het College der Kardinalen naast zijn eigen suburbicaire zetel ook die van Ostia in gebruik neemt.
Curie
Kardinalen die tot suburbicair bisschop worden benoemd zijn de deken van het College der Kardinalen en (oud)gedienden op hoge posten binnen de Romeinse Curie. Zij waren eerder al kardinaal-diaken of kardinaal-priester.
Patriarchen
De rang kardinaal-bisschop kan door de paus ook worden toegekend aan patriarchen van oriëntale zetels die met de Bisschop van Rome zijn geünieerd. Het betreft de patriarchale zetels van Antiochië van de Maronitische ritus, van Antiochië van de Syrische ritus, van Antiochië van de Grieks-Melkitische ritus, van Babylon van de Chaldeeuwse ritus en van Alexandrië van de Koptische ritus. Opmerkelijk dat een patriarch van Cilicië van de Armeense ritus nog nooit kardinaal is gecreëerd.
Ad Purpuratorum Patrum
In 1965 bepaalde paus Paulus VI in zijn motu-proprio Ad Purpuratorum Patrum dat patriarchen die kardinaal worden gecreëerd de rang van kardinaal-bisschop krijgen. Met een lagere rang zouden zij immers deel uitmaken van de Romeinse clerus en dat zou gezien hun patriarchale status ecclesiologisch niet verdedigbaar zijn. Het was de Grieks-Melkitische patriarch Maximos IV Saigh die Rome daarvan bewustmaakte toen hij vóór 1965 driemaal een kardinaalsbenoeming had geweigerd. Na het verschijnen van Ad Purpuratorum Patrum accepteerde hij de kardinaalshoed echter wel.