De kardinaal-priester is de tweede rang van de drie kardinale orden. De twee andere orden zijn die van kardinaal-bisschop en kardinaal-diaken.
Achtergrond
De kardinaal-priester gaat terug op de zevende eeuw. In de elfde eeuw nam het belang van deze groep toe, toen paus Nicolaas II de kardinalen het alleenrecht gaf de paus te kiezen. Omdat de paus ook bisschop van Rome is, dienden de kieskardinalen ondergeschikt te zijn aan dat bisdom. Door hen titulair priester te maken van een Romeinse kerk (de zogenaamde titelkerk) ontstond die gewenste ondergeschiktheid.
Residentieel aartsbisschop
Kardinaal-priesters zijn doorgaans residentieel aartsbisschop, dat wil zeggen: ze besturen een daadwerkelijk bestaand aartsbisdom. Hoge curieprelaten zijn doorgaans titulair aartsbisschop en worden opgenomen in de rangen van de kardinaal-diakens of kardinaal-bisschoppen. Soms opteren kardinaal-diakens na verloop van tijd opgenomen te worden in de rang der kardinaal-priesters. Dit betreft evenwel een uitzondering.
Protopriester
Het meest seniore lid uit de rang der kardinaal-priesters wordt kardinaal-protopriester genoemd.