De kardinaal-vicaris is degene die namens de paus is belast met de dagelijkse leiding over het bisdom Rome.

Ontstaan

Het gebruik dat pausen kardinaal-vicarissen aanstelde stamt uit de twaalfde eeuw. Aangenomen wordt dat deze vicarissen enkel in dienst traden wanneer de paus zelf zich buiten Rome bevond. Een vaste functie werd het pas toen de pausen zich tijdens de zogenoemde Babylonische Ballingschap (1309-1377) in Avignon vestigden. Het kunnen beschikken over iemand die in naam van de paus het bisdom Rome kon besturen, was toen absolute noodzaak geworden.

Kerkrechtelijke positie

In kerkrechtelijke zin is de kardinaal-vicaris een vicaris-generaal met de rang van hulpbisschop en de waardigheid van kardinaal. De kardinaal-vicaris behoort tot de weinige hoge Curiefunctionarissen die na de dood van de paus in functie blijven. Dit om de continuïteit van het bestuur van het bisdom Rome tijdens de sedisvacatie te garanderen.

Overige functies

De kardinaal-vicaris bewoont het Paleis van Lateranen. Van de Sint-Jan van Lateranen is hij qualitate qua aartspriester. De kardinaal-vicaris is uit hoofde van zijn functie tevens grootkanselier van de Pauselijke Lateraanse Universiteit.