In de Rooms-Katholieke Kerk is een kerkprovincie een cluster van naburige diocesen, die door een bepaald territorium omschreven zijn.

Een kerkprovincie (Latijn: provincia ecclestiastica) bestaat uit een metropolitaan aartsbisdom en suffragane bisdommen.

Kerkprovincies zijn gevormd om “een gemeenschappelijk pastoraal handelen van verschillende naburige bisdommen, overeenkomstig de omstandigheden van personen en plaatsen, te bevorderen en de onderlinge betrekkingen van de diocesane Bisschoppen beter te behartigen”, aldus canon 431 van de Codex van Canoniek Recht (wetboek Rooms-Katholieke Kerk).

Kerkprovincies kunnen alleen door het hoogste gezag van de Kerk worden opgericht, gewijzigd of opgeheven.

Aan het hoofd van een kerkprovincie staat een metropoliet. In de suffragane bisdommen in de kerkprovincie heeft de metropoliet echter geen bestuursmacht.

Nederland en België
Nederland telt slechts één kerkprovincie, vandaar dat gesproken wordt van ‘de Nederlandse kerkprovincie’. Het bestaat Utrecht, Roermond, ’s-Hertogenbosch, Breda, Haarlem-Amsterdam, Rotterdam en Groningen-Leeuwarden. Ook België heeft één kerkprovincie, met Mechelen-Brussel als metropolitaan aartsbisdom. Frankrijk telt zestien kerkprovincies.

Multinationaal
Soms bestaat een kerkprovincie uit diocesen die tot diverse naties behoren. Dat is het geval met het bisdom Willemstad, gelegen op Curaçao (Nederlandse Antillen). Dit diocees behoort tot de kerkprovincie waarvan de metropoliet de aartsbisschop van Port of Spain (Trinidad) is; ook het bisdom Paramaribo (Suriname) maakt er deel van uit.

Bisdommen zonder provincie
Sommige bisdommen behoren niet tot een kerkprovincie; zij zijn rechtstreeks met de Heilige Stoel verbonden. Voorbeelden hiervan zijn het aartsbisdom Luxemburg en het aartsbisdom Monaco.