Een kerstboom is een versierde en verlichte spar, die met kerstmis in kerken en huizen wordt geplaatst. De kerstboom is waarschijnlijk verwant met zowel de Germaanse heilige boom als de middeleeuwse katholieke paradijsboom.

Voorchristelijk
De kerstboom neemt in ons huidige kerstfeest een centrale plek in. Toch is deze spar niet uniek voor Kerstmis. Al lang voor de geboorte van Christus werden er bomen versierd en vereerd. Verschillende heidense volken gebruikten bomen om kwaad af te weren of om kracht aan te ontlenen. Ook de zonnegod Mithras werd geëerd met groene takken die versierd werden met zonnen, manen en sterren.

Germaanse denneboom
De Germanen versierden omstreeks de winterse zonnewende een groene den of takken daarvan met licht en geschenken, symbolen van nieuw leven en vruchtbaarheid. De Roomse keizer Karel de Grote (742-814) verbood nog in 807 deze cultus van met licht versierde heilige bomen, maar met weinig succes.

Bonifatiuslegende
Eén van de vele verhalen en legenden die de kerstboom omringen, vertelt dat we deze boom juist te danken hebben aan Bonifatius (ca. 673-754). Deze heilige missiebisschophakte in Geismar een aan Thor gewijde heilige eik om in een goed opgezette confrontatie met de oude goden en hun heidense aanhangers. Volgens de legende verhief Bonifatius achteraf een spar, die tussen de wortels van de eik opgroeide, tot een nieuw symbool.

Recent verzinsel
De legende over Bonifatius en de kerstboom heeft geen oude papieren. Het is een recent verzinsel, bedoeld om aan de kerstboom als christelijk gebruik een eerbiedwaardige ouderdom te geven. Invented tradition noemen de historici dat. In de brieven van Bonifatius, waar wel verschillende volksgebruiken in voorkomen, komt noch de denneboom noch het gebed of iets wat er op lijkt voor. Middeleeuwse legenden rond Kerstmis en Bonifatius waarin van een boom sprake is, zijn nooit gevonden (zie bijvoorbeeld B. Knipping, Hoe Kerstlegenden kwamen en gingen, Hilversum 1942). Ook A.P. van Gilst (De kerstboom. Herkomst, geschiedenis en folklore, Veenendaal 1971), die alles bij elkaar heeft gesprokkeld wat aan de kerstboom eerbiedwaardige ouderdom kan geven, vermeldt de Bonifatiuslegende niet. Mogelijk is de legende pas in de twintigste eeuw verzonnen, toen de kerstboom ook in kerkelijke kring algemeen ingeburgerd raakte, maar er vervolgens wel een christelijke interpretatie aan gegeven moest worden.

Rijken en protestanten
De kerstboom zoals wij die nu kennen ontstond pas in de 16de eeuw in Duitsland, aanvankelijk met name bij protestanten. Lange tijd konden alleen de rijken zich een gedecoreerde den veroorloven. In de 19de eeuw verspreidde het gebruik zich onder brede lagen van de bevolking, toen tevens in andere landen. In Nederland deed rond 1840 de eerste boom zijn intrede in de huiskamer.

Heidens symbool
Toen de kerstboom in huis in de loop van de 19de eeuw ook onder katholieken algemeen gangbaar werd, waarschuwde de Kerk met klem tegen het gebruik van dit heidense symbool. Reden waarom in sommige gezinnen de kerstboom nog tot ver in de 20ste eeuw taboe was.

De paradijsboom
Toen het verzet van de Kerk tegen de kerstboom geen effect bleek te hebben, werd de katholieke invalshoek verlegd. De nadruk kwam meer en meer te liggen op de verwantschap die de kerstboom, behalve met de Germaanse heilige boom, ook heeft met de middeleeuwse katholieke paradijsboom. Rond deze met rode appels behangen 'boom des levens' concentreerden zich de zogenoemde paradijsspelen die in de Middeleeuwen werden opgevoerd op 24 december, de naamdag van Adam en Eva.

Christusboom
Ook de paradijsboom - geplaatst in de kerk of in haar voorportaal - werd versierd met kaarsjes. De boom werd in het paradijsspel steevast in verband gebracht met de kruisboom, het kruis waaraan Christus hing om de zondeval van Adam en Eva te vereffenen. De paradijsboom werd daarom ook wel 'Christusboom' genoemd. Deze Christusboom zou uiteindelijk in de hoedanigheid van kerstboom vertaald zijn naar de huiskamer. Daarbij zouden de woorden kerstboom en Christusboom dezelfde overeenkomst vertonen als Kerstmis en Christusmis.

Johannes Paulus II
Ook op het Sint-Pietersplein staat sinds 1982 in de kersttijd een grote kerstboom. Het is een initiatief van paus Johannes Paulus II, die vond dat het plein in de Kersttijd wel wat versiering kon gebruiken. Kerstbomen zijn nog weinig gangbaar in Italië en het is dan ook typerend dat de eerste niet-Italiaanse paus sinds eeuwen - een Noord-Europeaan bovendien - de versierde den introduceerde in Vaticaanstad.

Kerstboom voor de paus
Benedictus XVI hield het gebruik van zijn voorganger in ere en ook onder paus Franciscus prijkt er een reuzenspar naast de obelisk op het Sint-Pietersplein. Het wordt als een bijzondere eer gezien om de 'kerstboom voor de paus' te mogen leveren. Hij wordt ieder jaar cadeau gedaan door een andere Europese regio. Als de boom eenmaal gearriveerd is, ontvangt de paus tijdens zijn wekelijkse audiëntie een aantal afgevaardigden uit de betreffende regio. Die avond gaan tijdens een officiele ceremonie de lichtjes in de kerstboom aan.