De christelijke auteur Lactantius (ca.250 – ca. 320) was de leraar van prins Crispus, zoon van keizer Constantijn I. Zijn voornaamste werk is ‘De dood van de vervolgers’, dat gaat over de keizers die opdracht gaven tot christenvervolgingen.
Afrikaan
Firmianus Lactantius werd omstreeks het jaar 250 geboren uit heidense ouders in Noord-Africa. In Sicca (thans Le Kef, Tunesië) volgde hij colleges bij de beroemde retor Arnobius, die later het christelijk geloof zou aannemen. Na zijn studies werd Lactantius zelf leraar in de retorica. Zijn reputatie als retor moet bekend zijn geweest bij keizer Diocletianus, want die ontbood hem naar diens residentie in Nicomedia (Bithynië) om daar de Latijnse retorica te bedrijven.
Martelaren
Hoogstwaarschijnlijk is Lactantius in Nicomedia bekeerd. Daar was hij vanaf 303 getuige van de verschrikkingen van de christenvervolging waartoe Diocletianus het bevel had gegeven. Lactantius zou zich uit ontzag voor de martelaren hebben verdiept in het Evangelie. Dat leidde ertoe dat hij zich liet dopen om vervolgens onder te duiken. Hij besloot om voortaan zijn talenten en vaardigheden in te zetten voor de verdediging van het christelijk geloof.
Trier
Na het tolerantie-edict van Galerius (311) en dat van Constantijn I en Licinius (313), begon Lactantius met het boek dat hem beroemd zou maken: De mortibus persecutorum ('Over de dood der vervolgers'). Dit werk zou hij in 316 voltooien in Trier, een van de residenties van Constantijn. Lactantius had de keizer leren kennen toen deze nog werd opgeleid aan het hof van Diocletianus in Nicomedia. Kennelijk genoot hij het vertrouwen van de nieuwe heerser, want die stelde hem in Trier aan tot leraar van diens zoon Crispus. Aangenomen wordt dat Lactantius in Trier gestorven is.
Negen keizers
De mortibus persecutorum gaat over de ondergang van Romeinse keizers die opdracht gaven tot christenvervolgingen: Nero (54-68), Domitianus (81-96), Decius (249-251), Valerianus (253-260), Aurelianus (270-275), Diocletianus (284-305), Maximianus (285-305), Galerius (293-311) en Maximinus Daia (305-313). Van de vervolging op last van de laatste vijf was Lactantius zelf getuige. Over het algemeen kan worden gesteld dat het werk ondanks Lactantius' partijdige perspectief een redelijk authentieke bron is.
Andere werken van Lactantius zijn:
De opificio Dei ('Over het werk Gods'), Divinae institutiones ('Goddelijke onderrichtingen'), De ira Dei ('Over de toorn Gods') en Epitome divinarum institutionum ('Samenvatting van de goddelijke onderrichtingen').
Hiëronymus
Het meeste wat er over Lactantius bekend is, komt van Hieronymus (ca.347- 420). Die noemde hem 'de meest welsprekende van al zijn tijdgenoten'. In de middeleeuwen werd hij de 'christelijke Cicero' genoemd.