Sint-Lambertus van Maastricht was tussen 670 en zijn dood in 706 bisschop van Maastricht. Hij was de laatste bisschop van het bisdom dat voordien het bisdom Tongeren was, en nadien het prins-bisdom Luik. In de Katholieke Kerk wordt hij vereerd als martelaar. De Kerk gedenkt hem op 17 september.

Vroege leven
Naar aangenomen wordt, werd Lambertus rond het jaar 638 geboren in Maastricht. Hij zou de zoon zijn geweest van een adellijke familie uit die stad. Zijn oom zou de heilige Theodardus zijn geweest, die Lambertus' voorganger als bisschop van Maastricht was. Deze Theodardus werd rond het jaar 669 vermoord, toen hij op weg was naar de Merovingische koning van Austrasië, Childerik II. Deze laatste benoemde vervolgens Lambertus tot bisschop van Maastricht. 

Bisschop van Maastricht
Lambertus was bisschop van Maastricht in een tijd waarin machtstrijden heersten in het Austrasiche koninkrijk, waartoe Maastricht behoorde. In 675 werd Lambertus' protector Childerik II vermoord, waarop de hofmeier Ebroin de macht greep. Deze verbande Lambertus naar de Abdij van Stavelot, nabij het tegenwoordige Malmedy. Faramundus werd door Ebroin benoemd tot nieuwe bisschop van Maastricht. Na Ebroins dood in 682 werd Lambertus door Pepijn de Dikke hersteld in zijn bisschoppelijke waardigheid.

Willibrord
Samen met de Heilige Willibrord zou Lambertus een grote bijdrage hebben geleverd aan de uitbreiding van het bisdom en aan de kerstening van Brabant en de Duitse Kempen. Als bisschop was Lambertus een groot verdediger van de kerkelijke immuniteit.

Dodo
Lambertus werd op 17 september 706 vermoord. Over de aanleiding daartoe zijn verschillende verhalen bekend. Al die verhalen vermelden een zekere Dodo. Deze was domesticus (dienaar) van Pepijn de Dikke. Zijn zuster, Alpaida, had een buitenechtelijke relatie met Pepijn. Uit deze verbintenis zou Karel Martel geboren worden. In sommige geschiedenissen wordt verhaald dat Lambertus, dan wel diens familie, deze Dodo zou hebben vermoord, hetgeen aanleiding zou zijn geweest tot het vermoorden van Lambertus. Volgens andere verhalen was het juist Dodo die Lambertus vermoordde, vanwege Lambertus' afkeer van Pepijns onchristelijke buitenechtelijke verhouding. Vaststaat dat Lambertus werd vermoord nabij het tegenwoordige Luik.

Zwaard
Lambertus werd vermoord met een zwaard. Toen zijn belager, mogelijk dus Dodo, het zwaard tegen hem ophief, zou Lambertus hebben gezegd: "Als ik vlucht, kan ik aan het zwaard ontkomen; als ik stand houd moet ik ofwel vallen ofwel overwinnen, doch nooit zal mij de eindoverwinning ontgaan." Meteen hierop werd Lambertus' lichaam overgebracht naar Maastricht, waar het werd begraven in het graf van zijn vader. Later, toen de bisschoppelijke zetel werd verplaatst naar Luik, werd ook het stoffelijk overschot van Lambertus daarheen gebracht.

Heiligheid
Meteen na diens dood kwam een stroom van pelgrims op gang die het graf van Lambertus bezochten. Oude bronnen gewagen ervan dat er in Luik meteen een basiliek gebouwd zou zijn ter nagedachtenis aan Lambertus. Lambertus' opvolger, Hubertus van Luik, liet met de verplaatsing van de bisschopszetel van Maastricht naar Luik, Lambertus lichaam opnieuw begraven in Luik. In Luik was tot deze in 1794 werd vernietigd, een kathedrale kerk die aan Lambertus was gewijd. Het centrale plein van deze Belgische stad draagt nog steeds de naam Place Lambert.

Bronnen
Het leven van Lambertus kan aan de hand van verschillende bronnen worden gereconstrueerd. De oudste bron, de zogenoemde Vita vetustissima dateert rond het jaar 730 en werd vermoedelijk geschreven door de Luikse geestelijke Gottschalk. De Vita van bisschop Stefan van Luik uit de tiende eeuw bevat een bewerking van deze levensbeschrijving. De Carmen Sancto Lamberto is van latere datum. De benedictijner monnik Sigibert van Gembloux schreef in de twaalfde eeuw een Leven en Lijden van de Heilige Bisschop Lambertus.

Verering
De heilige Lambertus wordt in Nederland en België nog steeds bijzonder vereerd. Er zijn in Nederland veel kerken aan hem gewijd. Johannes Bluyssen, bisschop van Den Bosch (1966-1983), begon zijn kerkelijke loopbaan als kapelaan in de Sint-Lambertusparochie in Veghel. In het Overijsselse Hengelo is de basiliek, op de plaats waar in de veertiende eeuw al een Lambertuskapel stond, gewijd aan Sint Lambertus.