Het Latijnse adagium 'Lex orandi, lex credendi' betekent letterlijk 'de wet van het bidden is de wet van het geloven'. Het is een klassiek katholiek principe.

Wet van bidden en geloven

Het Latijnse adagium 'Lex orandi, lex credendi' betekent letterlijk 'de wet van het Bidden is de wet van het geloven'. Het komt erop neer dat de bestaande gebedspraktijk bepalend is voor wat men moet geloven. Het is een klassiek katholiek principe dat de verhouding tussen eredienst en geloofsbelijdenis weergeeft.

Vijfde eeuw

Volgens sommige historici zou het principe voor het eerst omstreeks 440 gebruikt zijn door de monnik Prosper van Aquitaniƫ. Het adagium zou een afgeleide zijn van Legem credendi lex statuat supplicandi ('De wet van het smeken bepaalt de wet van het geloven'). Dit principe zou afkomstig zijn uit de zogeheten capitula Coelestini, bijlagen van een brief van paus Celestinus I (422-432).

Historische voorbeelden

Het lex orandi, lex credendi werd al toegepast voordat het principe werd vastgelegd in de gevleugelde uitspraak. Twee voorbeelden uit de vroege kerkgeschiedenis tonen dat aan. De theologische kwestie van de goddelijkheid van de Zoon en van het Vagevuur.

Sint Athanasius

De Alexandrijnse priester Arius (ca. 250-336) leerde dat Jezus niet God is, maar een schepsel van God. De Zoon stond onder de Vader, stelde hij. De heilige Athanasius (296-373) bestreed deze Ketterij in woord en geschrift. Een van zijn argumenten luidde: als christenen in hun liturgie Christus aanbidden dan zouden zij afgoderij bedrijven als Christus inderdaad slechts een schepsel is. En dat is een ongerijmdheid, redeneerde de kerkvader. Dus Christus is ook God.

Vagevuur

Het andere voorbeeld gaat terug naar de vraag of er na dit leven naast de hel en de hemel ook zoiets als een louteringsoord bestaat. Een van de argumenten voor het vagevuur wees op de algemeen aanvaarde geloofspraktijk om voor de overledenen te bidden. Maar wat heeft dat bidden voor zin als de toestand van de Ziel in het Hiernamaals toch niet kan verbeteren? Daarom: de gebedspraktijk bepaalt de geloofsinhoud.

Heilige Geest

Aan dit principe ligt de overtuiging ten grondslag dat de kerkelijke gebedspraktijk te allen tijde geĆÆnspireerd wordt door de werking van de Heilige Geest. Het is dan ook - hoewel dit zo mag lijken - niet de mens of de Kerk die de inhoud van het geloof bepaalt, maar God zelf die zijn waarheid door hen bekend maakt.