Licinius I was Romeins keizer van 308 tot 324. Samen met Constantijn de Grote vaardigde hij in 313 het Edict van Milaan uit, waarmee het christendom werd gelegaliseerd. Door Eusebius van Caesarea, christelijk geschiedschrijver en bewonderaar van Constantijn, werd Licinius echter beschouwd als een van de laatste christenvervolgers. Licinius werd door zijn voormalige medestander Constantijn verslagen bij de Slag bij Chrysopolis en in 325 op diens last geëxecuteerd.

Tetrarchie

Valerius Licinianus Licinius werd rond 265 geboren in een Dacische boerenfamilie in Moesia Superior (thans Zuid-Servië). Hij werd opgeleid tot officier in het Romeinse leger. De opperheerschappij in Romeinse Rijk was in zijn tijd verdeeld over vier keizers (tetrarchie): in het Westen en in het Oosten regeerde een augustus en een ondergeschikte caesar.

Vriend van Galerius

In 297 begeleidde Licinius zijn jeugdvriend, oosters caesar Galerius, op diens succesvolle veldtocht tegen de Perzen. Galerius, die inmiddels verheven was tot augustus senior, stuurde Licinius in 307 als zijn gezant naar Rome, om te onderhandelen met de usurpator Maxentius die daar resideerde, maar dit leverde weinig op.

Augustus van het Westen

Na de dood van de westerse augustus Severus in 307 werd Licinius het jaar daarop door Galerius verheven tot nieuwe augustus van het Westen. Ook kreeg hij de heerschappij over Illyricum, Thracië en Pannonië. In 310 begon hij een oorlog tegen de Sarmatianen, welke hij uiteindelijk won.

Heerschappij in het Oosten

In mei 311 stierf keizer Galerius, de augustus van het Oosten. Zijn caesar Maximinus II Daia zou hem opvolgen, ware het niet dat hij door Licinius werd gedwongen om de oostelijke provincies onderling te verdelen. Daardoor werd de macht van Licinius enorm uitgebreid. Zo was hij augustus van het westen en heerser van het Europese gedeelten van het Oosten.

Pact met Constantijn

Maximinus II Daia, die een grote hekel aan zijn co-augustus had, sloot een verbond met Maxentius in Rome. Daarop voelde Licinius zich genoodzaakt een overeenkomst te sluiten met de westerse caesar: Constantijn I. Toen de laatste Maxentius in oktober 312 had verslagen, werd die door de Senaat van Rome uitgeroepen tot augustus senior. Licinius en Constantijn richtten vervolgens hun gezamenlijke krachten op Maximinus II Daia. Hun band werd hechter gemaakt door het huwelijk van Licinius met Constantijns halfzuster Flavia Julia Constantia aan het einde van de winter in 313 in Mediolanum (Milaan). Bij deze gelegenheid vaardigden zij het zogenoemde Edict van Milaan uit, waarmee de godsdienstvrijheid in het Romeinse Rijk officieel werd ingevoerd.

Oorlog tegen Maximinus Daia

De val van zijn bondgenoot Maxentius en het gezamenlijk optreden van Constantijn en Licinius noopte Maximinus II Daia, die in Syrië verbleef, tot de aanval. Met een troepenmacht van 70.000 man trok hij op tegen de legioenen van Licinius. In april 313 stak hij vanuit Asia de Bosporus over om Byzantium te belegeren. Na elf dagen kon hij deze stad innemen. Daarna trok Maximinus Daia op naar Heraclea Pontica, welke hij ook veroverde. Licinius was inmiddels met 30.000 man in Adrianopolis gearriveerd. Op 30 april botsten de legers van Licinius en Maximinus Daia op elkaar bij Tzirallum. Tijdens deze slag werd de strijdmacht van Maximinus verpletterd. De verslagen keizer ontdeed zich van zijn purperen mantel en verkleedde zich als een slaaf. Zo wist hij te ontkomen naar Nicomedia. Na enkele verwoede pogingen om de opmars van Licinius te stuitten, trok hij uiteindelijk aan het laatste eind. In augustus 313 stierf te Tarsus hij aan een ziekte.

Augustus van het Oosten

Nadat Maximinus II Daia verslagen was verdeelden Licinius en Constantijn het Rijk over hen beiden. Voortaan werd Constantijn de augustus van het Westen en Licinius de augustus van het Oosten. Zodra zijn heerschappij gevestigd was, stelde hij het Edict van Milaan ook in de Aziatische delen van het Oosten in werking. Ook moest hij meteen het hoofd bieden aan de dreiging van de Perzische Sassanieden.

Oorlog met Constantijn

In 314 brak een groot conflict uit tussen Constantijn en Licinius. Constantijn beschuldigde zijn collega-augustus ervan de vermeende usurpator Senecio te steunen. Ook zou de christelijke Constantijn zich door de heidense Licinius hebben laten provoceren door diens vermeende antichristelijke beleid. De eerste fase van de oorlog tussen beide keizers kwam tot een einde bij de Slag van Cibalae (de huidige stad in Kroatië), 8 oktober 314. Constantijn had gewonnen en Licinius had weten te ontkomen naar Sirmium. Licinius hergroepeerde zijn strijdmacht in Thracië. Na mislukte vredesbesprekingen tussen beiden, werd opnieuw strijd geleverd tijdens Slag van Mardia. Aan beide kanten werden grote verliezen geleden, maar de slag bleef onbeslist.

Bestand

In 315 kwam het tot een bestand, waarbij Constantijn en Licinius beiden het Romeinse consulschap deelden. Het jaar daarop brak een nieuwe oorlog uit, nadat Licinius een mede-augustus had benoemd: Valerius Valens. Bij de Slag van Mardia werden de troepen van Licinius verslagen. Dat leidde tot een bestand, waarbij Constantijn een dominante positie innam. Overeengekomen werd dat Licinius een groot deel van zijn Balkan-provincies zou opgeven en dat Constantijns zonen Crispus en Constantijn II en Licinius' zoon Licinius II werden verheven tot de rang van caesar. Constantijn had verder geëist dat Valerius Valens zou worden geëxecuteerd.

Barbaarse invasies

Het bestand zou zo'n tien jaar duren. Terwijl Licinius oorlog voerde tegen de Sarmatianen, smeedde Constantijn een plan om Licinius' positie te ondermijnen. Hij overtuigde een groep Sarmatianen om de Donau over te steken en Licinius' territorium binnen te dringen. Hetzelfde lukte hem met een leger van Goten, die Thracië binnenvielen. Licinius had Constantijn door en beschuldigde hem van het schenden van hun bestand. Daarop besloot Constantijn opnieuw tegen hem ten strijde te trekken.

Dood

In 323 werd Licinius' vloot van 350 schepen verslagen. Het jaar daarop werd zijn leger verpletterd bij de Slag van Adrianopolis (3 juli 324). Een andere vloot van Licinius werd overwonnen tijdens de Slag bij de Hellespont door Constantijns oudste zoon, caesar Crispus. De finale slag vond plaats bij Chrysopolis (het huidige Üsküdar aan de Aziatische zijde van Istanbul). Daarbij sneuvelde Licinius' co-augustus Martinianus. Licinius werd gevangen genomen. Zijn leven werd gespaard op verzoek van zijn vrouw Constantina, de halfzuster van Constantijn. Licinius werd afgevoerd naar Thessalonica. Het jaar daar liet Constantijn hem ophangen, op beschuldiging van samenzwering.

Negatief afgeschilderd

Constantijn, die nu alleenheerser was, zorgde ervoor dat Licinius de geschiedenis zou ingaan als een bloeddorstige heiden. Christelijk geschiedschrijver Eusebius van Caesarea was een van de uitvoerders van dit beleid. Of Licinius daadwerkelijk een christenvervolger was wordt door veel moderne historici echter betwijfeld.