Sint-Marcellina (327-398), zuster van Sint-Ambrosius van Milaan, was een gewijde maagd. Zij ondersteunde haar broer met gebed en boetvaardigheid.
Marcellina was het oudste kind van Aurelius Ambrosius. Deze was praefectus praetorio in Gallië. Het Romeinse Rijk was in vier prefecturen verdeeld: Gallia, Italia, Illyria en de Oriens. Ambrosius’ prefectuur omvatte niet alleen Gallië, maar ook Brittannië, het Iberische schiereiland en een deel van Noord-Afrika. Een van de residentiesteden was Trier, waar Marcellina in 327 werd geboren.
Ambrosius’ twee andere kinderen waren Satyrus en Ambrosius, de latere bisschop van Milaan. Rond het jaar 354 overleed Ambrosius senior. Zijn weduwe en drie kinderen verhuisden daarop naar Rome, aangezien zij behoorden tot een oude Romeinse familie.
Marcellina hielp haar moeder bij de christelijke opvoeding van haar twee broertjes, die overigens niet gedoopt werden. Zij had al met Kerstmis 353 uit handen van paus Liberius de maagdensluier ontvangen, ten teken van haar maagdenwijding. Samen met een andere maagd woonde ze in het huis van haar moeder. De familie behoorde tot de katholieke factie van de christenheid; de andere factie was de ariaanse.
Ambrosius junior, die tien jaar jonger was dan Marcellina, legde zich na zijn opleiding in de vrije kunsten toe op de studie van het recht. Hij ontwikkelde zich daarbij tot een uitstekende retor. Dat leverde hem al snel een betrekking op als pleiter aan het hof van de praefectus praetorio van Italië. Die was zo onder de indruk van Ambrosius’ vaardigheden dat hij hem opnam in zijn raad. Uiteindelijk verkreeg hij voor hem bij keizer Valentinianus het ambt van gouverneur voor Liguria en Aemilia, met Milaan als standplaats. Toen Ambrosius in 374, na de dood van de Cappadociër Auxentius, de ariaanse bisschop van Milaan, de gemoederen in het door theologische geschillen verscheurde bisdom probeerde te bedaren, riep het volk Ambrosius uit tot nieuwe bisschop. Hij aanvaardde het ambt en liet zich dopen.
Toen Ambrosius zich in Milaan had gevestigd, had zijn broer Satyrus zich bij hem gevoegd. Later kwam ook Marcellina naar Milaan, dat toen de hoofdstad van het Westen van het Romeinse rijk was.
Marcellina werd in haar beoefening van het ascetisme bijgestaan door Ambrosius, die voor haar een traktaat over maagdelijkheid schreef (De virginitate). Op haar beurt ondersteunde zij haar broer met gebed.
Satyrus overleed in 378 tot groot verdriet van Ambrosius, die een boek over de dood van zijn broer schreef: De excessu fratris Satyri. Daarin zit ook een passage over zijn zus: “Een heilige zuster is zij, die aanzien geniet vanwege haar onschuld, haar open hart en vooral vanwege haar vriendelijkheid jegens allen.”
Marcellina stierf in 398, een jaar na het overlijden van bisschop Ambrosius. Zij werd al spoedig als heilige vereerd. Haar lichaam werd begraven in de crypte van de kerk Sant’Ambrogio in Milaan. De gedachtenis van Sint-Marcellina is jaarlijks op 17 juli.
Sint-Marcellina (327-398), zuster van Sint-Ambrosius van Milaan, was een gewijde maagd. Zij ondersteunde haar broer met gebed en boetvaardigheid.
Marcellina was het oudste kind van Aurelius Ambrosius. Deze was praefectus praetorio in Gallië. Het Romeinse Rijk was in vier prefecturen verdeeld: Gallia, Italia, Illyria en de Oriens. Ambrosius’ prefectuur omvatte niet alleen Gallië, maar ook Brittannië, het Iberische schiereiland en een deel van Noord-Afrika. Een van de residentiesteden was Trier, waar Marcellina in 327 werd geboren.
Ambrosius’ twee andere kinderen waren Satyrus en Ambrosius, de latere bisschop van Milaan. Rond het jaar 354 overleed Ambrosius senior. Zijn weduwe en drie kinderen verhuisden daarop naar Rome, aangezien zij behoorden tot een oude Romeinse familie.
Marcellina hielp haar moeder bij de christelijke opvoeding van haar twee broertjes, die overigens niet gedoopt werden. Zij had al met Kerstmis 353 uit handen van paus Liberius de maagdensluier ontvangen, ten teken van haar maagdenwijding. Samen met een andere maagd woonde ze in het huis van haar moeder. De familie behoorde tot de katholieke factie van de christenheid; de andere factie was de ariaanse.
Ambrosius junior, die tien jaar jonger was dan Marcellina, legde zich na zijn opleiding in de vrije kunsten toe op de studie van het recht. Hij ontwikkelde zich daarbij tot een uitstekende retor. Dat leverde hem al snel een betrekking op als pleiter aan het hof van de praefectus praetorio van Italië. Die was zo onder de indruk van Ambrosius’ vaardigheden dat hij hem opnam in zijn raad. Uiteindelijk verkreeg hij voor hem bij keizer Valentinianus het ambt van gouverneur voor Liguria en Aemilia, met Milaan als standplaats. Toen Ambrosius in 374, na de dood van de Cappadociër Auxentius, de ariaanse bisschop van Milaan, de gemoederen in het door theologische geschillen verscheurde bisdom probeerde te bedaren, riep het volk Ambrosius uit tot nieuwe bisschop. Hij aanvaardde het ambt en liet zich dopen.
Toen Ambrosius zich in Milaan had gevestigd, had zijn broer Satyrus zich bij hem gevoegd. Later kwam ook Marcellina naar Milaan, dat toen de hoofdstad van het Westen van het Romeinse rijk was.
Marcellina werd in haar beoefening van het ascetisme bijgestaan door Ambrosius, die voor haar een traktaat over maagdelijkheid schreef (De virginitate). Op haar beurt ondersteunde zij haar broer met gebed.
Satyrus overleed in 378 tot groot verdriet van Ambrosius, die een boek over de dood van zijn broer schreef: De excessu fratris Satyri. Daarin zit ook een passage over zijn zus: “Een heilige zuster is zij, die aanzien geniet vanwege haar onschuld, haar open hart en vooral vanwege haar vriendelijkheid jegens allen.”
Marcellina stierf in 398, een jaar na het overlijden van bisschop Ambrosius. Zij werd al spoedig als heilige vereerd. Haar lichaam werd begraven in de crypte van de kerk Sant’Ambrogio in Milaan. De gedachtenis van Sint-Marcellina is jaarlijks op 17 juli.