Het feest van de geboorte van Christus' moeder Maria wordt jaarlijks gevierd op 8 september. Op deze datum zou de wijding van de kerk bij het vermoedelijke geboortehuis van Maria in Jeruzalem hebben plaatsgevonden.

Jeruzalem
Volgens een antieke Palestijnse traditie werd Maria geboren in Jeruzalem. De plaatselijke overlevering lokaliseerde haar geboortehuis in het noordoostelijke stadsdeel, vlakbij de Vijver van Bethesda. De moeder van Jezus werd vermoedelijk geboren in het jaar 25 vóór de christelijke jaartelling. In die tijd was de derde stadsmuur van Jeruzalem nog niet gebouwd, wat betekent dat Maria buiten de stadsmuren geboren zou zijn. Volgens een andere traditie werd Maria geboren in Bethlehem. Weer een andere overlevering noemt de stad Sephoris, 5 kilometer ten noorden van Bethlehem, als haar geboorteplaats.

Apocriefe bronnen
De canonieke boeken van het Nieuwe Testament zeggen niets over de ouders van Maria. In het apocriefe boek Proto-Evangelie van Jacobus, geschreven in het midden van de 2e eeuw, wordt de geboorte van Maria uitgebreid beschreven. Volgens dit boek was zij de dochter van Joachim en Anna. Ook het apocriefe Evangelie van de Pseudo-Matteüs noemt hen als grootouders van Christus.

Joachim en Anna
In genoemde boeken wordt Joachim voorgesteld als een rijke, vrome man uit de stam Juda. Zijn echtgenoot Anna kan geen kinderen krijgen en het paar lijdt daar hevig onder omdat kinderloosheid in die tijd beleefd wordt als een vloek. Joachim ondervindt grote nadelen van deze schande en komt, nadat hij uit de Tempel is verwijderd, in een sociaal en cultisch isolement terecht. Zijn vrouw smeekt God daarop om een kind. Haar gebed wordt verhoord. Een engel brengt haar de blijde boodschap en zegt haar dat het kind aan God moet worden opgedragen. Joachim, die vanwege de schande de woestijn is ingevlucht, wordt daar door een engel op de hoogte gesteld van de zwangerschap van Anna. Hij keert terug naar Jeruzalem en treft zijn vrouw bij de Gouden Poort, waar zij elkaar innig omhelzen. Anna baart een dochter, die zij Maria noemt. Al vanaf haar geboorte wordt het kind omgeven met grote zorg en gebed. Op 4-jarige leeftijd staan de ouders haar af aan de Tempel, waar zij zich tot haar 13de levensjaar toelegt op de dienst aan God en de studie van de Tora.

Basiliek
Vanaf de 6de eeuw schrijven pelgrims over het vermeende geboortehuis van Maria bij de Vijver van Bethesda, waar toen al een basiliek ter ere van de Moeder Gods was gebouwd. In welk jaar deze kerk precies werd ingewijd is onbekend; hoogstwaarschijnlijk gebeurde dat op de 8ste september, de dag waarop later het feest van Maria Geboorte gevierd zou worden. In twee preken van de heilige Andreas van Kreta, bisschop van Jeruzalem omstreeks 680, wordt over het feest van 8 september gesproken. In 799 wordt op de Synode van Salzburg het feest verplicht gesteld.

Onbevlekte Ontvangenis
De datum voor het hoogfeest van Maria Onbevlekte Ontvangenis is afgeleid van die van Maria Geboorte op 8 september. Deze werd vastgesteld op 8 december, omdat de verwekking (ontvangenis) van Maria plaatsvond negen maanden vóór haar geboorte.

Orthodose Kerk
In de Orthodoxe Kerk wordt het feest van de ‘Geboorte van Onze Lieve Vrouw de Hoogheilige Moeder Gods’ (Grieks: Το Γενέθλιον της Υπεραγίας Δεσποίνης ημών Θεοτόκου; Russisch: Рождество Пресвятой Богородицы) eveneens op 8 september gevierd. Op de Juliaanse kalender komt deze dag overeen met 21 september op de Gregoriaanse kalender.