Op 14 augustus 1480 werden ongeveer achthonderd inwoners van de Zuid-Italiaanse stad Otranto onthoofd door Turkse veroveraars omdat zij weigerden hun christelijke geloof af te zweren en moslim te worden. Paus Franciscus verklaarde hen heilig op 12 mei 2013.

Ottomaanse invasie
In 1453 veroverde de nog jonge Ottomaanse sultan Mehmet II het eens zo machtige Constantinopel, de hoofdstad van het christelijke Byzantijnse Rijk. De moslimheerser kreeg daarvoor de bijnaam Fatih (‘De Veroveraar’). Hij voelde het als zijn religieuze plicht om ook Rome te veroveren, temeer omdat hij zich beschouwde als de erfgenaam van de Romeinse keizers. Begin 1480 stelde hij grootvizier Gedik Ahmet Pasa aan als bevelhebber van de invasievloot. Op 28 juli van dat jaar bereikte de Ottomaans-Turkse troepen de kust van Apulië (de hak van de Italiaanse laars). De stad Otranto, behorend tot het koninkrijk Napels, werd op 11 augustus 1480, na een beleg van twee weken, veroverd.

Slachtpartij in kathedraal
Bij de inname van de stad werden vele mannelijke inwoners afgeslacht en zo’n vijfduizend vrouwen en kinderen als slaven weggevoerd. Enkele honderden mensen waren naar de kathedraal gevlucht, waar ook aartsbisschop Stefano Argercolo de Pendinellis en zijn clerici aanwezig waren. De Turken vielen de bisschopskerk binnen en richtten er een bloedbad aan. Niemand overleefde de slachtpartij. Het hoofd van de aartsbisschop werd van de romp gescheiden, op een spies gezet en door de hele stad heen gereden. De kathedraal werd door generaal Gedik Ahmet Pasja herbestemd als paardenstal.

Antonio Primaldo
Een kleine duizend inwoners van Otranto had de verovering van hun stad weten te overleven. Onder hen de kleermaker Antonio Pezzulla, die ‘Primaldo’ werd genoemd. Hij werd door de pasja aangewezen als stadsbestuurder. Maar dan moest hij zich wel tot de islam bekeren. Hij weigerde. Ook zo’n achthonderd anderen bleven trouw aan het christelijk geloof. Allen werden op 14 augustus naar de Minerva-heuvel gebracht waar zij werden onthoofd. Primaldo was de eerste die stierf. Volgens een overlevering viel het gedecapiteerde lichaam niet om, zelfs niet toen de beul het een trap gaf.

Kruistocht
De verovering van Otranto veroorzaakte grote angst in Europa. Paus Sixtus IV had al in 1471 opgeroepen tot een kruistocht tegen de Ottomanen. Frankrijk, Hongarije en verscheidene Italiaanse stadstaten hadden daaraan gehoor gegeven. De val van Otranto bracht een nieuwe impuls teweeg in de Europese defensie. Koning Ferdinand I van Napels bracht een leger van Aragonezen op de been, onder leiding van zijn zoon, prins Alfonso II. Hulptroepen werden gegeven door de Hongaarse koning Matthias Korvinus.

Herovering Otranto
Otranto werd vanaf 1 mei 1481 belegerd. Twee dagen later stierf sultan Mehmed II in Constantinopel. Mogelijk was er dat de oorzaak van dat er geen Ottomaanse versterkingen werden gestuurd. De Turken besloten daarop te onderhandelen. Er werd overeengekomen dat de stad in christelijke handen zou komen en dat de Ottomaanse bezetters zouden uitwijken naar Albanië. Op 11 september 1481 werd Otranto ingenomen door de Aragonezen. De achthonderd lijken van de martelaren werden opgegraven en bijgezet in de kathedraal.

Cultus
Heel snel groeide in de streek rond Otranto de verering voor Primaldo en zijn gezellen. Paus Clemens XIV verleende de cultus op 14 december 1771 een officiële status door hen zalig te verklaren. Hun feestdag werd 14 augustus. Op 6 oktober 1980 bezocht paus Johannes Paulus II de stad Otranto bij gelegenheid van het vijfde eeuwfeest van hun martelaarschap. Op 11 februari 2013 waren de Curiekardinalen voor een consistorie bijeengekomen; tijdens deze vergadering kondigde paus Benedictus XVI officieel aan dat de Martelaren van Otranto zouden worden gecanoniseerd(aan het eind daarvan maakte de paus overigens bekend dat hij zou aftreden). Paus Franciscus verklaarde Antonio Primaldo en de achthonderd andere martelaren heilig op 12 mei 2013.