Een minderbroeder is een clericus of een leek die lid is van een van deze drie religieuze ordes: de Franciscanen, de Conventuelen en de Kapucijnen. 

Mindere broeder

Het woord minderbroeder is ontleend aan ‘mindere broeder’ (Latijn: frater minor). Dat is de benaming voor het nieuwe type religieus dat Sint Franciscus van Assisi voor ogen had bij de stichting van zijn broederschap: geen monnik, geen kanunnik of eremiet, maar een mindere broeder.

Broeder der minderen

Franciscus wilde dat de ‘mindere broeders’ iedereen zouden beschouwen als hun meerderen. Zijn ideale gemeenschap was een broederschap aan de rand van de samenleving. Daar konden zij broeders van de minores (minderen = armen) zijn.

Armen van Christus

Franciscus verlangde ernaar dat de minderbroeders leefden als rondtrekkende predikers en als ‘armen van Christus’ (pauperes Christi), zonder iemand te bekritiseren en altijd strevend naar vrede. Bovendien onderwierp een ware minderbroeder zich aan het kerkelijk gezag, zowel disciplinair als doctrinair.

Bezitloos

De eerste minderbroeders deden evenals de monniken afstand van hun aardse bezittingen (proprium). Zij onderscheidden zich van monniken door ook elk gemeenschappelijke bezit (commune) af te wijzen. Franciscus eiste van zijn broeders dat zij een boetvaardig leven leidden en daarin ‘naakt de naakte Christus te volgen’ (nudus nudum Christum sequi). Het leven van de apostelen gold daarbij als toonbeeld.

Oerregel

Franciscus had zijn minderbroederideaal in 1209 vervat in een eenvoudige leefregel (Regula primitiva), ontleend aan de evangeliepassage Mattheüs 10,9-10, waarin Jezus tot zijn twaalf apostelen zegt: “Neem geen goud-, zilver- of kopergeld mee in je beurs, neem geen reistas mee voor onderweg, geen twee stel kleren, geen sandalen en geen stok.”

Erkend als orde

Franciscus en zijn elf broeders trokken naar Rome om van de paus toestemming te krijgen voor hun nieuwe religieuze groepering. Op 16 april 1210 gaf paus Innocentius III zijn toestemming. De paus gaf Franciscus opdracht om een geheel nieuwe religieuze regel te schrijven. De Arme van Assisi vroeg daarbij om hulp en kreeg daarop kardinaal Hugolinus als begeleider toegewezen. In 1221 kwam Franciscus met zijn regel, maar die werd afgewezen (Regula non bullata). De herschreven versie werd door paus Honorius III in 1223 goedgekeurd (Regula bullata), waarmee de geboorte van de Orde der Minderbroeders (Ordo Fratrum Minorum) een feit was.

Testament

Franciscus heeft vlak voor zijn dood in 1226 het leven van de eerste minderbroeders beschreven in zijn Testament: “Zij die kwamen om dit leven te leiden, gaven alles wat ze konden krijgen aan de armen. Zij waren tevreden met één pij, aan de binnen- en buitenkant opgelapt, een koord om hun middel en een onderbroek. Meer wilden we niet hebben. Wij baden het officie zoals de andere geestelijken en de leken baden het Onze Vader. En we zaten heel graag in de kerk. We waren ongeletterd en iedereen onderdanig. En ik werkte en wil nog werken met mijn handen; en ik eis dat alle andere broeders gepast werk uitvoeren. Wie dat niet kan, moet het maar leren, niet voor het loon maar om een goed voorbeeld te geven en om de ledigheid te verdrijven. En als we geen loon voor onze arbeid krijgen, dan nemen we onze toevlucht tot de tafel van de Heer en gaan we van deur tot deur bedelen.”

Interne strijd

De radicaliteit van Franciscus werd al tijdens zijn leven een twistpunt onder de minderbroeders. Aangezien zijn gestrengheid voor een groot aantal minderbroeders niet haalbaar was, ontstond er onzekerheid over de te volgen weg. Paus Honorius III had gedacht dit op te kunnen lossen door te zeggen dat de minderbroeders enkel verplicht waren om de Regel van 1223 te volgen. Dit was ook de lijn van de invloedrijke minderbroeder Bonaventura van Bagnorea. Na een interne strijd tussen de radicale richting van de Spiritualen en de rekkelijke minderbroeders (later de Conventuelen genoemd) was Bonaventura naar voren getreden als leider van de gematigde factie. Als minister-generaal (de aanduiding van de algemene overste der minderbroeders) hervormde hij de orde en vaardigde spirituele richtlijnen uit. Die waren gebaseerd op zijn overtuiging dat een minderbroeder geroepen was tot het gehoorzamen aan de Regel van de Orde en niet tot het navolgen van Sint Franciscus.

Drie ordes

Er zijn thans drie verschillende minderbroederordes: