Sint-Monica (331-387) is de moeder van de Afrikaanse kerkvader Augustinus. De Kerk gedenkt haar op 27 augustus, daags voor de gedachtenis van Augustinus.

Confessiones

De voornaamste informatie over het leven van Monica staat in het boek Confessiones van haar zoon Augustinus. Monica of Monnica (naar de Berberse god Mon) werd geboren in 331 in de Noord-Afrikaanse stad Thagaste. Ze kwam uit een welgestelde katholieke familie van Berberse afkomst. Ze werd uitgehuwelijkt aan Patricius, een niet-katholieke inwoner van Thagaste.



Echtgenote van Patricius

Als echtgenote van Patricius werd Monica door haar omgeving gerespecteerd, met name omdat zij door haar man niet werd geslagen zoals dat vele andere vrouwen uit haar omgeving overkwam wanneer de ontrouw van hun echtgenoot een scene tot gevolg had. Monica verdroeg de ontrouw van Patricius stilzwijgend. Ze wist hem door haar geduld tot een trouwer huwelijksleven te brengen en uiteindelijk tot het katholieke geloof.

Augustinus

Haar eerste kind, Augustinus, werd geboren in het jaar 354, toen ze 23 jaar was. Zij had nog een jongere zoon, Navigius, en een dochter, wier naam niet bekend is. Monica gaf haar kinderen een gelovige opvoeding, wat niet helemaal naar de zin van Patricius was. Monica zorgde er voor dat Augustinus als baby wel het catechumenenkruisje ontving, maar ze liet hem niet dopen. De kinderdoop was toen nog geen algemeen gebruik in de Kerk. Het zou Augustinus zijn die er de grote pleitbezorger van werd.

Opleiding zoon

Monica en Patricius waren zeer ambitieus waar het hun veelbelovende zoon Augustinus betrof. Ze wilden hem een gedegen opleiding laten volgen, waarvan de kosten ver boven hun eigen middelen gingen. Monica bracht Augustinus ook de christelijke moraal bij. Zoals toen gebruik was, arrangeerde zij voor hem een huwelijk. Om de weg daartoe vrij te maken stuurde zij de concubine weg met wie hij al jarenlang samenwoonde en bij wie hij een zoon had, Adeodatus.

Naar Milaan

Monica leed onder het feit dat Augustinus manicheeër werd, zo vertelt Augustinus in Confessiones. Toen haar dat ter ore kwam, verbood zij hem de toegang tot haar huis. Maar door een droom in haar hoop gesterkt dat het goed zou komen met haar zoon, verzoende zij zich met hem. Later werd zij in deze hoop nog eens bevestigd door een bisschop die haar verzekerde dat een kind van zoveel tranen niet verloren kon gaan. Om zijn eigen weg te kunnen volgen verliet Augustinus Noord-Afrika en ook zijn moeder. Maar zij volgde hem, of liever: ging hem achterna. Door Ambrosius, de bisschop van Milaan, werd zij gerespecteerd omdat ze haar Afrikaanse vrome gebruiken liet varen ten gunste van de plaatselijke gewoonten van Milaan.

Tranen

Augustinus' bekering is een vrucht van Monica's gebed onder tranen. Zij wordt in de iconografie dan ook afgebeeld met tranen en eventueel met een zakdoek in de hand vanwege de vele tranen waarmee ze Augustinus' bekering heeft afgesmeekt.

Ostia

Na Augustinus' bekering trok zij zich met hem en anderen terug op het landgoed Cassiciacum ter voorbereiding van diens doop. In discussies participeerde zij met haar gezond en gelovig verstand, zoals blijkt uit Augustinus' geschriften uit die tijd. Na zijn doop en die van Adeodatus (387) wilde men terugkeren naar Thagaste, maar vanwege het jaargetijde overwinterde men in Ostia. Daar had de extase plaats die Augustinus en zijn moeder samen beleefden (Confessiones IX, 24). Monica was toen 55 jaar.

Sterfbed

Spoedig na de extase kreeg ze koorts en werd zij ziek. Op haar sterfbed vroeg ze om haar lichaam ter plaatse te begraven, ofschoon de plek in het graf van haar man in Thagaste al sinds jaren gereed was. Ze stierf in 387 in Ostia, waar zij ook werd begraven.

Graf

In 408 plaatste Anicius Auchenius Bassus een inscriptie op haar tombe in Ostia. Op den duur raakte het graf in vergetelheid. Het grootste gedeelte van de steen met inscriptie werd echter in 1945 teruggevonden in de kerk van Sint-Aurea in Osta Antica.

Verering

Vanaf de twaalfde eeuw begon de verering van de heilige Monica te bloeien, met name in Noord-Frankrijk waar de kanunniken van Arrouaise in hun abdijkerk een altaar hadden waarin enkele relieken van haar zouden worden bewaard. In de augustijnenkerk Sant'Agostino in Rome bevindt zich thans de tombe van Sint-Monica.

Gedachtenis 

Vanaf de twaalfde eeuw werd haar liturgische viering vastgelegd op 4 mei, en vanaf de 16e eeuw op de Romeinse kalender op 27 augustus, de dag vóór de liturgische gedachtenis van haar zoon Augustinus.

Toonbeeld moederschap

Monica wordt in de Kerk beschouwd als de ideale christelijke echtgenote en moeder. Dit vanwege haar moedige geest, haar warm geloof en standvastige hoop; door haar scherp verstand, haar volhardend gebed gevoed in de voortdurende overweging van de Heilige Schrift, en door haar verstandig gedrag bij het wel en wee van haar gezin.

Augustijnen

De augustijnen drinken op de feestdag van Sint Monica een glas witte wijn, de zogenoemde Monica-tranen. De Zusters Augustinessen van Sint Monica, een congregatie die 75 jaar geleden in Utrecht gesticht door pater Sebastianus van Nuenen en Mater Augustina van Reisen, vereren de Augustinus en Monica als hun schutspatronen.



Auteur van dit lemma:

Dr. Martijn Schrama OSA, verbonden aan het Augustijns Instituut te Eindhoven