Een motu proprio is een pauselijke document dat een paus op zijn eigen initiatief uitvaardigt. Het behandelt een onderwerp dat de paus persoonlijk ter harte gaat. Een dergelijk document is niet aangevraagd of behandeld door een afdeling van de Romeinse Curie, het apparaat dat het pauselijk leergezag ondersteunt en uitoefent.

Uit eigen beweging
Het Latijnse woordenpaar motu proprio betekent 'uit eigen beweging'. Een motu proprio is een pauselijk schrijven waarvoor de paus zijn eigen beweegredenen heeft en dat hij op eigen gezag uitbrengt. Vaak behandelt het een kerkorganisatorisch onderwerp. Ook kan een paus bepaalde besluiten op administratief of kerktuchtelijk gebied middels een motu proprio afkondigen. Door het document het predikaat motu proprio te verlenen, geeft de Romeinse pontifex aan dat hij bij machte is op eigen initiatief te spreken en te handelen. Aan een motu proprio ligt dus niet het advies van een kardinaal of een dicasterie (afdeling van de Romeinse Curie) ten grondslag.

Brief
Over het algemeen heeft een motu proprio de vorm van een brief, waarin al dan niet een decreet wordt uitgevaardigd. Het document is meestal geschreven in het Latijn of het Italiaans. Tegenwoordig zijn vertalingen in het Duits, Engels, Frans, Spaans en Portugees snel te vinden op de website van het Vaticaan.

Structuur
De paus begint zijn motu proprio met het noemen van de reden van het document. Kort daarna volgt zijn besluit. Dat kan een nieuwe kerkelijke wet of regulering zijn, een gunstverlening aan personen of groepen, of bijvoorbeeld de uitroeping van een heilige tot een zeker patroonschap. Het motu proprio wordt persoonlijk door de paus getekend. Direct daaraan voorafgaand staat standaard de formule:

Datum Romae, apud S. Petrum, die -- mensis --, in dedicatione --, anno Domini --, Pontificatus Nostri -- (Gegeven te Rome bij Sint Petrus, op de zoveelste van de maand x in het Jaar des Heren y, ter ere van [wat er op die dag liturgisch gevierd wordt], het zoveelste jaar van Ons Pontificaat).

Vijftiende eeuw
Het eerste motu proprio werd in 1484 uitgevaardigd door Innocentius VIII. Motu proprio's vielen in die tijd vooral slecht in Frankrijk. Franse bisschoppen beschouwden een dergelijk schrijven als een inbreuk op Gallicaanse privileges. Een motu proprio was immers een akte van de Soevereine Pontifex met directe gevolgen voor de Franse Kerk.

Voorbeelden
Een van de beroemdste motu proprio's is Tra le sollecitudini van 1903, uitgevaardigd op 22 november, feest van Sint-Cecilia, patrones van koorzangers en kerkmusici. Pius X besloot daarin tot een hervorming van de kerkmuziek voor de Latijnse Ritus. Een opzienbarend motu proprio was Sacramentorum sanctitatis tutela (2001). Johannes Paulus II bepaalde daarin hoe kerkelijke autoriteiten dienen te handelen als personen zich schuldig maken aan heiligschennis van de eucharistie en de biecht en als een clericus zich seksueel heeft vergrepen aan een minderjarige. Een motu proprio van Benedictus XVI was naamloos en dateert van 11 juni 2007. De paus wijzigde met dit document op eigen gezag een regel in de door zijn voorganger opgestelde pauselijke constitutie Universi Dominici gregis (1996) over de procedures tijdens een conclaaf.