Martinus (‘Tiny’) Petrus Maria Muskens (1935-2013) was tussen 1994 en 2007 de negende bisschop van Breda.

Jeugd en opleiding
Tiny Muskens werd op 11 december 1935 geboren in het Noord-Brabantse Elshout. Daar groeide hij op als tweede van in totaal vier zonen in een redelijk welgesteld boerengezin. Op zijn twaalfde vertrok hij naar het kleinseminarie Beekvliet in Sint-Michielsgestel om vervolgens zijn studies voort te zetten aan het diocesaan grootseminarie in Haaren. Hij werd op 16 juni 1962 priester gewijd door de Bossche bisschop mgr. Wilhelmus Bekkers.

Missiologie
In opdracht van mgr. Bekkers vertrok Muskens vervolgens naar Nijmegen om er aan de Katholieke Universiteit missiologie te gaan studeren. Hij promoveerde op een studie over de verhouding tussen staat en godsdienst in Indonesië, getiteld Indonesië. Een strijd om nationale identiteit, nationalisten, islamieten, katholieken. Van die dissertatie verscheen in 1969 een handelseditie. In het proefschrift beschrijft Muskens hoe onder leiding van Soekarno één natie ontstond, bestaande uit vele volkeren en talen. De grote verdienste van Soekarno is volgens Muskens dat hij eenheid in die verscheidenheid bracht en dat hij zich krachtig opstelde tegen moslims die van Indonesië een islamitische staat wilde maken. Het boek geldt sindsdien als standaardwerk.

Secretaris Indonesische Bisschoppenconferentie
In 1970 vertrok Muskens naar Indonesië om zich er metterwoon te vestigen. Hij was hier aangesteld als secretaris van de Indonesische Bisschoppenconferentie. In deze hoedanigheid richtte hij een documentatiecentrum voor de Indonesische kerkprovincie op. Ook was hij auteur van de vijfdelige Sejarah Gereja Katolik Indonesia (‘Geschiedenis van de Katholieke Kerk in Indonesië’). Dit werk was van belang omdat het binnen de kerk van Indonesië de ogen opende voor de identiteiten van andere volkeren van de archipel. Dat leidde tot een intensieve samenwerking tussen verschillende geloofsgemeenschappen.

Rome
In 1978 werd Muskens benoemd tot rector van het Pauselijk Nederlands College in Rome. Als zodanig was hij gastheer voor talloze Nederlandse priesters die in Rome studeerden. Muskens speelde een belangrijke rol bij de herwaardering van de Kerk der Friezen als thuiskerk voor de Nederlandstalige geloofsgemeenschap in Rome. Hij schreef over deze kerk ook een boek (De Kerk van de Friezen bij het Graf van Petrus). Ook publiceerde hij een studie over de eeuwenlange banden tussen Nederland(ers) en de eeuwige stad. Hij doceerde bovendien kerkgeschiedenis aan twee Romeinse colleges. In Rome werd hij ook benoemd tot kanunnik van de Sint-Pieter.

Bisschop
Op 23 juli 1994 benoemde paus Johannes Paulus II hem tot bisschop van Breda, als opvolger van mgr. Hubertus Ernst. Deze trad op 26 november van datzelfde jaar op als eerstwijdende bisschop, bijgestaan door de Ghanese aartsbisschop Peter Turkson en de aartsbisschop van Jakarta, Leo Soekoto s.j.. Als wapenspreuk koos hij Shalom (Hebreeuws voor 'vrede').

Broodje
Als bisschop deed Muskens zich kennen als een communicatieve kerkbestuurder die zich graag mengde in het maatschappelijk debat. Veel opzien baarde de bisschop met zijn opmerking: “Ik leerde vroeger al dat als je zo arm bent dat je niet kunt eten, je van Onze Lieve Heer wel een broodje mag wegnemen.” Toenmalig premier Wim Kok nodigde de bisschop vervolgens uit voor een onderhoud. Later zou Muskens zelf zeggen dat zijn uitspraak beter begrepen was door bakkers dan door politici.

Vrijwilliger
Muskens deed jarenlang als vrijwilliger dienst in een tehuis voor verstandelijk gehandicapte bejaarden. Om aandacht te vragen voor het probleem van de vrouwenhandel, liet hij zich interviewen in een bordeel terwijl hij ook een etmaal doorbracht met een dakloze in Amsterdam, waarbij hij zelf een nacht in de buitenlucht sliep. Muskens bezocht meermalen bijeenkomsten van de Acht Mei Beweging, waarbij hij overigens niet aarzelde die zaken te benoemen waarin de opvattingen van de bisschoppen van die van de beweging verschilden.

Allah
Muskens deed ook een aantal opmerkelijke uitspraken over kerkelijke aangelegenheden. Zo vroeg hij zich openlijk af of paus Johannes Paulus II destijds niet zo ziek geworden was, dat hij er beter aan zou doen te abdiceren. Ook bepleitte hij de diakenwijding van vrouwen en was hij niet tegen condoomgebruik waar dat de aidsepidemie zou kunnen stoppen. Tot veler verrassing stelde hij voor om God voortaan Allah te noemen. Dat deden de christenen in Indonesië immers ook.

Emeritaat
In 1999 kreeg Muskens kort na elkaar twee herseninfarcten waardoor hij aanvankelijk geheel verlamd was. Hij wist hiervan redelijk te herstellen hoewel zijn stem aangetast bleef zijn linkerhand en been niet meer goed functioneerden. In 2006 kreeg Muskens een coadjutor in de persoon van mgr. Hans van den Hende. In 2007 zou deze hem opvolgen toen Muskens zelf met emeritaat ging.

Broeder Martinus
Muskens nam zijn intrek in het verzorgingshuis voor kloosterlingen in Teteringen. Hier sloot hij zich aanvankelijk aan bij de paters benedictijnen maar al spoedig bleek deze orde te contemplatief voor de bisschop. Hierna woonde hij in hetzelfde huis bij de Scheutisten, een missiecongregatie waar Muskens gezien zijn achtergrond uiteindelijk meer affiniteit had. Hij werd in Teteringen steevast ‘broeder Martinus’ genoemd. In 2009 werd Muskens benoemd tot ereburger van Breda. Muskens overleed in de nacht van 16 op 17 april 2013. Hij werd begraven in het familiegraf in Elshout.