Numeri is het vierde boek van de Pentateuch, het eerste deel van het Oude Testament. Het gaat vooral over de belevenissen van Israël op weg naar het Beloofde Land.

Getallen
Numeri is het Latijnse woord voor 'getallen'. Het boek wordt zo genoemd vanwege de twee volkstellingen die erin voorkomen. De eerste had plaats bij het vertrek van de berg Sinaï, de tweede gebeurde toen de Israëlieten na vele omzwervingen door de woestijn aangekomen waren in het land Moab, ten oosten van de Jordaan.

In de woestenij
In het Hebreeuws wordt dit tweede boek van de Torah Bemidbar = ('in de woestenij') genoemd. Dit vanwege het veertigjarig verblijf van het volk Israël in de woestijn.

Vier verhalen
Men kan in Numeri vier verhalende secties onderscheiden, die telkens onderbroken worden door wetten:

1. het verblijf bij de Sinaï en de voorbereidingen voor de woestijnreis;
2. de tocht door de woestijn, waar het volk meer dan eens in opstand komt tegen God en tegen Mozes;
3. de wonderlijke geschiedenis van de ziener Bileam, die door de koning van Moab wordt uitgezonden om Israël te vervloeken, maar die, gewaarschuwd door zijn sprekende ezelin, uiteindelijk zegenspreuken uitspreekt;
4. het verblijf in de vlakte van Moab, waar een gedeelte van het volk gaat wonen, terwijl de rest zich voorbereidt om de Jordaan over te steken en Kanaän binnen te trekken.

Met dank aan de Katholieke Bijbelstichting (KBS) die de 'Inleiding op het boek Numeri' (Willibrordvertaling van de Bijbel, uitgave 1995) welwillend ter beschikking heeft gesteld voor verwerking in dit lemma.