Het Onze Vader is het bekendste gebed uit de christelijke traditie; het wordt ook wel Gebed des Heren genoemd omdat Jezus Christus, de Heer, het aan de Kerk gegeven heeft.

Bekendste gebed
Het Onze Vader is het bekendste gebed uit de christelijke traditie. Het wordt 'Onze Vader' genoemd naar de eerste woorden waar het, in de versie van het Matteüs-evangelie (Matteüs 6, 9-15), mee begint. Het Onze Vader wordt ook wel Gebed des Heren genoemd, omdat Jezus Christus, de Heer, het aan de Kerk gegeven heeft.

Twee versies
Er bestaan twee versies van het Onze Vader. De meest uitgebreide versie van het gebed is te vinden in het Evangelie van Matteüs (Matteüs 6, 9-15). De evangelist Lucas geeft een iets kortere versie (Lucas 11, 2-4).

Kaddisj
De manier waarop Jezus zijn leerlingen leerde bidden, laat waarschijnlijk iets zien van zijn eigen gebed. Het gebed vertoont in woordgebruik sterke overeenkomsten met het joodse kaddisjgebed. Dat is een loflied op de God van Israël, waarin vertrouwen in de toekomst en de verlossing van de wereld wordt uitgesproken. De aanhef daarvan luidt:
"Verheven en geheiligd worde zijn grote naam in de wereld, die Hij naar zijn wil geschapen heeft. Hij late zijn koninkrijk komen, in uw leven en in uw dagen en in het leven van het ganse huis van Israël, spoedig en over korte tijd".

Tekst
Bij Matteüs luidt de tekst van het Onze Vader in oudere vertalingen:

Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd,
Uw Rijk kome,
Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel,
Geef ons heden ons dagelijks brood,
En vergeef ons onze schuld
zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven,
En leid ons niet in bekoring,
maar verlos ons van het kwade.

Deze versie wordt vanaf het vroegste begin van het christendom in de liturgie gebruikt.

Doxologie
In de Didachè, een vroegchristelijk geschrift dat een aantal richtlijnen voor liturgie en kerkorde bevat, staat een toevoeging (Didachè 8, 2):

Want van U is het koninkrijk
en de kracht
en de heerlijkheid
in eeuwigheid.
Amen.

Deze tekst is in de eucharistie opgenomen als de zogenaamde lofprijzing of, met een Grieks woord, 'doxologie'. De doxologie lijkt net als het Onze Vader wortels in het joodse kaddisjgebed te hebben. Het kaddisjgebed wordt door toehoorders namelijks steeds beaamd met de formule:
"Moge zijn grote naam in alle eeuwigheid worden geprezen."

In het Latijn
Pater noster, Qui es in caelis,
Sanctificetur nomen tuum.
Adveniat regnum tuum.
Fiat voluntas tua,
sicut in caelo et in terra.
Panem nostrum quotidianum da nobis hodie,
Et dimitte nobis debita nostra,
Sicut et nos dimittimus debitoribus nostris.
Et ne nos inducas in tentationem:
Sed libera nos a malo.

doxologie:
Quia tuum est regnum,
Et potestas, Et gloria in saecula. Amen

Gebruik
Het Onze Vader sluit in het Getijdengebed de voorbede af. In de Heilige Mis is het Onze Vader een belangrijk onderdeel van de Communieritus. Het Gebed des Heren speelt een grote rol in de Rozenkrans.

Nieuwe vertaling
Op 27 november 2016 werd op last van de Nederlandse en Vlaamse bisschoppen deze nieuwe katholieke vertaling officieel ingevoerd:

Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade.