Het panentheïsme leert dat de wereld een manifestatie is van God.

Term
De term pantheïsme is een samenstelling van de Griekse woorden pan (παν = ‘al’), en (εν = ‘in’) en theos (θεος = ‘god’). Hij werd geïntroduceerd door de Duitse filosoof Karl Christian Friedrich Krause (1781-1832) in zijn boek Das Urbild der Menschheit (1811).

Middenpositie
Krause bedacht de term om zijn eigen metafysische positie te duiden: tussen het theïsme en het pantheïsme in. Het theïsme leert dat de menselijke rede kan inzien dat God de wereld uit het niets heeft geschapen en dat Hij zowel transcendent als immanent aan de wereld in. Het pantheïsme leert dat God en de wereld samenvallen.

Verschil
Het panentheïsme leert dat God immanent is aan de wereld, maar niet op absolute wijze. God is dus veel groter dan de som van alle zijnden. God is volgens deze positie weliswaar transcendent aan de wereld, maar ook hier niet absoluut. Dat betekent dat God de wereld in oneindige mate overstijgt, maar ook dat de wereld samenvalt met een klein aantal van Gods manifestaties.