De Pastorale Brieven behoren tot de canon van het Nieuwe Testament. Ze zijn geschreven in naam van de apostel Paulus. Ze bevatten apostolische instructies voor de christenleiders Timoteüs en Titus.

Pastoraal beleid

De Eerste Brief aan Timoteüs, de Tweede Brief aan Timoteüs en de Brief aan Titus worden al vanouds als een aparte groep beschouwd. Sinds de 18e eeuw worden ze de Pastorale Brieven genoemd, omdat zij vele instructies bevatten voor de leiders van de gemeenten en betrekking hebben op hun pastoraal beleid. Ze zijn geadresseerd aan twee medewerkers van Paulus: aan Timoteüs, die in Efeze verblijft, en aan Titus, die door Paulus op Kreta is achtergelaten.

Paulus

De drie brieven zijn vermoedelijk ook afkomstig van dezelfde auteur. In de aanhef wordt Paulus vermeld als afzender. Lange tijd heeft men daaruit afgeleid dat ze ook werkelijk van Paulus afkomstig zijn en door hem tussen de jaren 60 en 64 na Christus zijn verzonden. Na zijn eerste gevangenschap in Rome (Handelingen 28,30-31) zou hij eerst een reis gemaakt hebben naar Spanje (Romeinen 15,24) en vervolgens weer teruggekeerd zijn naar het oosten, waar hij nog verscheidene tochten zou hebben ondernomen. In die periode zou hij de Eerste Brief aan Timoteüs en de Brief aan Titus geschreven hebben. Nadat hij opnieuw was opgepakt en in Rome was gevangen gezet, zou hij kort voor zijn dood de Tweede Brief aan Timoteüs hebben verzonden.

Afwijkend

Deze opvatting is in de afgelopen eeuwen ter discussie gesteld, omdat de Pastorale Brieven moeilijk kunnen worden ingepast in het leven van Paulus zoals dit naar voren komt in het boek Handelingen en in de brieven waarvan zeker is dat ze door Paulus geschreven zijn. Betrouwbare bronnen voor een reis naar Spanje en een terugkeer naar het oosten ontbreken. Daar komt nog bij dat de Pastorale Brieven qua taal en stijl afwijken van de echte brieven en zich daarvan onderscheiden door een eigen theologische terminologie. Ze beschrijven ontwikkelingen waarvan het niet zeker is of die al aan de orde waren tijdens Paulus' leven.

Hiërarchie

Dit geldt in het bijzonder voor de functies in de gemeente: de taak van de oudsten is aan het versmelten met die van de leiders en diakens. Van een discussie met joodse tegenstanders is geen sprake meer; de gemeenten zijn hun houding aan het bepalen ten opzichte van hun heidense omgeving. Ook is er al sprake van traditievorming: de ontvangers van de brieven moeten trouw blijven aan de overgeleverde leer.

Datering

Op grond van dit alles wordt door velen een latere datering bepleit. De Pastorale Brieven zouden geschreven zijn tegen het einde van de eerste eeuw, in een grote stad zoals Efeze, Korinthe of Rome. Misschien zijn ze ontstaan in aansluiting bij een eerste bundeling van de (echte) brieven van Paulus en zijn ze geschreven door erfgenamen van Paulus' gedachtegoed, die zijn denken willen actualiseren in het licht van nieuwe ontwikkelingen. Deze opvatting houdt in dat de vermelding van Paulus in de aanhef moet worden opgevat als een pseudoniem. De schrijver bedient zich van de naam Paulus om diens erfgoed ook voor de toekomst veilig te stellen.

Pseudoniem

De aanhangers van deze opvatting wijzen erop dat pseudonimiteit in het jodendom en het vroege christendom een normaal literair procédé was. Dit literaire procédé wijkt sterk af van moderne opvattingen over auteurschap, die veel nadruk leggen op de individualiteit van de schrijver. Als men deze moderne opvattingen terugprojecteert naar het verleden is men geneigd om te spreken van vervalsingen. Binnen de toenmalige literaire conventie is daarvan echter geen sprake. Men beriep zich op een erkende auteur uit het verleden omdat men zich met hem verbonden wist en borg wilde staan voor de zuiverheid van zijn ideeën. Daarbij kan ook een rol hebben gespeeld dat tegenstanders van de schrijver van de Pastorale Brieven zich eveneens op Paulus beriepen om hún leerstellingen te legitimeren.



Met dank aan de Katholieke Bijbelstichting (KBS) te Den Bosch die de 'Inleiding op de eerste brief aan Timoteüs' (Willibrordvertaling van de Bijbel, uitgave 1995) welwillend ter beschikking heeft gesteld voor verwerking in dit lemma.