Sint Jozef Sarto (1835-1914) werd in 1903 gekozen tot Bisschop van Rome. Hij is de enige paus in de geschiedenis die alle rangen in de kerkelijke hiërarchie heeft gehad. Het pontificaat van de heilige Pius X werd gekenmerkt door de reorganisatie van het kerkelijk recht, de bestrijding van het theologisch modernisme, de bevordering van het sacramentele leven in de parochies en de vernieuwing van de liturgie.

“Hij was van zeer eenvoudige afkomst, bezat een groot practisch verstand, organiserend talent en taaie wilskracht. Vooral was hij een man van bovennatuurlijke opvatting en heilig leven, met tot enig richtsnoer het devies: Instaurare omnia in Christo ['alles in Christus bijeenbrengen']”, aldus de Nederlandse historicus G.C.W. Görris (Gorris) in de Katholieke Encyclopaedie (1954) over Pius X.

Plattelandsjongen
Giuseppe Melchiorre Sarto werd op 2 juni 1835 geboren in het dorp Riese (thans Riese-Pio X) bij Treviso, in de Noord-Italiaanse regio Veneto, die destijds bij het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije hoorde. Hij was de tweede in een gezin van vier zonen – de eerste, Giuseppe, stierf al na acht dagen – en zes dochters. Zijn vader, Giovanni Battista Sarto, was de plaatselijke gemeentebode. Zijn moeder heette Margherita Sanson.

Kapelaan en pastoor
Na een periode van Latijnse lessen werd Giuseppe in 1950 theologant op het grootseminarie van Padua. Na zijn priesterwijding in 1858 kreeg hij zijn eerste pastorale aanstelling als kapelaan in de parochie van Tombolo. Daar bleef hij tot 1867. In dat jaar werd hij door de bisschop van Treviso benoemd tot pastoor van de Sint-Bartholomeüsparochie in het dorp Salzano, wat hij tot 1875 zou blijven. Hij bleek een parochieherder pur sang te zijn. Het verkondigen van het evangelie en het catechetische onderricht beschouwde hij als zijn eerste taak. Daarnaast zette hij zich in voor de sociaaleconomische ontwikkeling van zijn parochie, onder meer door zijn hulp bij het opzetten van een zijdefabriek.

Kanunnik en bisschop
Zijn bisschop haalde hem terug naar Treviso om hem te bevorderen tot kanunnik. Naast zijn taken in de kathedraal en de diocesane curie werd hij ook belast met diverse functies op het seminarie, zoals eerst spirituaal en daarna rector. Na de dood van bisschop Zenelli was Sarto een jaar lang administrator van het bisdom Treviso. Daarna zou hij als kanunnik nog twee bisschoppen dienen. In 1884 benoemde paus Leo XIII hem tot bisschop van Mantua. Hij werd op 16 november 1884 geconsacreerd in de kerk van San Apollinare in Rome.

Mantua
Het bisdom Mantua was een van de lastigste diocesen van Italië. Sarto's voorgangers waren er niet in geslaagd het op drift geraakte bisdom te besturen. De Kerk aldaar werd geteisterd door geloofsafval, sektarisme, antiklerikalisme en anarchisme. De vrijmetselaars bekleedden er de voornaamste posities. Priesters werden er bespot om hun 'achterlijk' geloof. Het aantal roepingen tot het priesterschap was sterk gedaald. Sarto besloot daarom, als een van zijn eerste maatregelen, het in 1880 gesloten seminarie te heropenen.

Beleid
Sarto's beleid was gericht op de stimulering van het sacramentele leven in de parochies en de systematische uitleg van de katholieke leer aan kinderen en volwassenen. Hij maakte korte metten met modernistische elementen binnen kerkelijke instellingen. Hij trad streng op tegen liturgische misstanden. Zo ontsloeg hij alle leden van het kathedrale koor, die in zijn ogen de vrome beleving van de eucharistie in de weg stonden. Daarop stichtte hij een koor van seminaristen. In die tijd koesterde hij reeds de wens dat alle gelovigen de vaste gregoriaanse misgezangen konden meezingen.

Sobere leefstijl
De levensstijl van bisschop Sarto was niet bepaald die van een welvarende prelaat. Hij leefde extreem sober. Met zijn ongehuwde zusters Anna, Rosa en Maria vormde hij een eenvoudige communiteit. Zij hielpen de armen en openden de deuren van het bisschoppelijk paleis voor iedereen.

Kardinaal en patriarch
Kardinaal Lucido Maria Parocchi, die hem tot bisschop had gewijd, bestuurde namens paus Leo XIII het vicariaat Rome. Hij noemde Sarto als 'de beste bisschop van Lombardije'. Sarto werd door hem voorgedragen voor het kardinalaat, maar de bisschop van Mantua bedankte voor de eer. Pas nadat de kardinaal-staatssecretaris hem ervan overtuigd had dat het de uitdrukkelijke wens van de paus was, aanvaarde hij de verheffing. Op 12 juni 1893 ontving Sarto de kardinaalshoed; zijn titelkerk in Rome werd de San Bernardo alle Terme. Drie dagen later werd Sarto door de paus benoemd tot Patriarch van Venetië. De Italiaanse regering, die meende dat zij van de Oostenrijkse keizer het recht had overgedragen gekregen om patriarchen van Venetië te benoemen, erkende hem niet. Na elf maanden zag de regering echter van het benoemingsrecht af.

Conclaaf 1903
Als nieuwe kardinaal-patriarch had Sarto zich voorgenomen zich niet met wereldlijke politiek te bemoeien. Hij concentreerde zich op geestelijke zaken, net zoals hij in Mantua had gedaan. Het zou deze apolitieke opstelling zijn, die hem uiteindelijk het pausschap zou opleveren. Na de dood van Leo XIII op 20 juli 1903 was staatsecretaris Mariano Rampolla del Tindaro de gedoodverfde kandidaat. Hij zou de Kerk kunnen leiden in een wereld die steeds meer op een politiek mijnenveld begon te lijken. Toen Rampolla tijdens de eerste stemrondes de meeste stemmen had gekregen, trok de Poolse kardinaal Jan Puzyna de Kosielsko aan de noodrem. Namens de Oostenrijkse keizer Frans-Jozef I sprak hij zijn veto uit over Rampolla. Het zou de laatste keer zijn dat een wereldlijk heerser gebruik zou maken van zijn ius exclusivae. Na dit ingrijpende voorval besloten de kardinalen het over een andere boeg te gooien. Bij de vijfde stemronde kozen 50 van de 62 conclavisten voor de apolitieke Sarto. Op 4 augustus aanvaarde kardinaal Sarto het Petrusambt en nam hij de naam Pius aan. Hij werd op 9 augustus gekroond.

Merry del Val
Zijn eerste handeling als paus was de benoeming van een nieuwe Pro-Secretaris van het Staatssecretariaat van de Heilige Stoel. Het was de 38-jarige Rafael Merry del Val y Zulueta, een kerkelijke diplomaat van Iers-Spaanse afkomst, die was opgegegroeid in Brussel en Londen. Deze benoeming werd niet door iedereen in de Romeinse Curie gewaardeerd; Merry del Val was te jong en bovendien geen Italiaan. Het zou tekenend zijn voor dit pontificaat: Pius X liet zich weinig gelegen liggen aan tradities waar hij de zin niet van inzag. Het was deze mentaliteit waardoor hij soeverein kon optreden.

Pontificaat
Het pontificaat van Pius X is een van de meest ingrijpende in de kerkgeschiedenis. Onder hem werden drastische hervormingen doorgevoerd, zoals de nieuwe indeling van de Romeinse Curie, de codificatie van het canoniek recht, de herziening van het Brevier, de invoering van het gregoriaans als de standaard voor kerkmuziek, de bevordering van de Bijbelstudie, de uitgave van een eenheidscatechismus, de bevordering van de veelvuldige communie en de Eerste Communie voor zevenjarigen.

Antimodernisteneed
Pius X nam keiharde maatregelen tegen het modernisme. In zijn decreet Lamentabili (1907) veroordeelde hij 65 moderne stellingen ten aanzien van Bijbelexegese, het kerkelijk leergezag en de geloofsmysteries. Twee maanden later publiceerde hij zijn encycliek Pascendi (8 september 1907). Daarin verplichtte hij alle bisschoppen, priesters en katholieke docenten een eed af te leggen waarin ze beloofden trouw te blijven aan het katholieke geloof en de modernistische dwalingen te verwerpen.

Eerste Wereldoorlog
Op politiek vlak kreeg Pius X veel tegenwind uit Frankrijk en Portugal waar antiklerikale regeringen het leven van de Kerk zuur maakten. Omstreden is zijn houding vlak voor de Eerste Wereldoorlog. Hij zou zich te weinig neutraal hebben opgesteld en te zeer de kant van Oostenrijk-Hongarije hebben gekozen. De uitbraak van de oorlog op 28 juli 1914 zou hem zo zwaar hebben aangegrepen, dat hij eraan bezweek. Hij stierf op 20 augustus. Hij werd begraven in de crypte van de Sint-Pietersbasiliek.

Heiligverklaring
Pius XII verklaarde Pius X zalig op 3 juni 1951. Drie jaar later, op 29 mei 1954, werd hij door de dezelfde paus heilig verklaard. De laatste gecanoniseerde paus was Pius V (1565-1572). Het lichaam van Sint Pius X werd uiteindelijk geplaatst in een zijaltaar van de Sint-Pieter. Zijn feestdag is 21 augustus.