In het katholieke spraakgebruik is 'pontifex' een ander woord voor 'bisschop'. Een pontificale eucharistieviering is een mis waarin een bisschop plechtig voorgaat. De titel 'pontifex maximus' is gereserveerd voor de paus.

Bruggenbouwer
Over het algemeen wordt aangenomen dat het Latijnse woord pontifex een samenstelling is van de woorden pons en facerePons betekent zowel 'pad' als 'brug' en facere 'maken'; pontifex zou dan letterlijk 'wegbereider' of 'bruggenbouwer' betekenen. Een veel gehoorde maar onverifieerbare verklaring voor het gebruik van deze naam als priestertitel is dat ten tijde van de Romeinse koning Numa Pompilius (716-673) door priesters offers werden opgedragen op de Pons Sublicius, de heilige brug over de Tiber.

Heidens Rome
In het heidense Rome was een pontifex een lid van het hoogste priestercollege (collegium pontificium). Dat bestond uit vijftien priesters die ook wel flamines werden genoemd. Ieder van hen diende één van de goden van de Romeinse staatscultus. Zij traden op als middelaars tussen de godheden en het volk.

Pontifex maximus
Toen Rome een republiek was geworden (circa 509 vóór Christus) werd één van de leden van het pontificaal college aangesteld als de opperpriester: de pontifex maximus. Aanvankelijk waren alleen de flamines van Jupiter, Mars en Quirinus verkiesbaar, maar na 104 v. Chr. konden alle flamines gekozen worden. Eenmaal aangesteld tot pontifex maximus, behield men de titel voor het leven.

Koning van heilige zaken
Tijdens het koninkrijk − volgens de overlevering van 753 tot 509 v. Chr. − delegeerden de koningen hun religieuze taken aan een priester, de zogeheten rex sacrorum, 'de koning van de heilige zaken'. Toen het koningschap verdween bleef het ambt van rex sacrorum bestaan. Het behoorde bijvoorbeeld tot zijn taak de Romeinse kalender en dagindeling te bepalen. De rex sacrorum kwam onder toezicht te staan van de pontifex maximus en ging deel uitmaken van het pontificaal college, naast de flamines. De Vestaalse Maagden, de priesteressen die de godin van het vuur en de vruchtbaarheid dienden, vielen eveneens onder het toezicht van de pontifex maximus.

Keizers
In het tijdperk van de Republiek Rome waren Julius Caesar (62-44 v. Chr.) en Marcus Aemilius Lepidus (44-12 v. Chr.) de laatsten die de titel van pontifex maximus droegen. De laatste droeg hem over aan Gaius Octavianus oftewel Augustus, de eerste keizer van Rome. De Romeinse keizers bleven tot 379 na Christus zelf het ambt van pontifex maximus bekleden.

Taken
De belangrijkste taak van de pontifex maximus was ervoor te zorgen dat de staat op goede voet bleef staan met de goden. Daartoe had hij het gezag om voortekenen te interpreteren. Zo trachtte hij achter de wil van de goden te komen om zodoende het toekomstig staatsbeleid te bepalen. De pontifex maximus consacreerde verder tempels en andere offerplaatsen van de staat. Ook hield hij toezicht op de begraafplaatsen, de uitvaartplechtigheden en de dodencultus. Juridisch had hij het hoogste gezag in het huwelijks- en adoptierecht.

Vroege kerkvaders
De vroege Kerkvaders beschouwden de pontifex maximus als de ultieme vertegenwoordiger van het heidendom. Toen kerkvader Tertullianus het omstreeks het jaar 220 met paus Callixtus I aan de stok kreeg, beschuldigde hij deze van gezagsmisbruik. Sarcastisch zei Tertullianus dat de paus zich had gedragen als een pontifex maximus, niet wetende dat anderhalve eeuw later de bisschoppen van Rome deze titel zouden dragen. 

Zonnecultus
In de derde eeuw stelden de Romeinse keizers zich meer open voor vreemde godsdiensten. Zo introduceerde keizer Elagabalus (218-222) een Syrische zonnegod in het Romeinse pandemonium. Keizer Aurelianus (270-274) maakte de Romeinse goden ondergeschikt aan een oppermachtig zonnewezen. Dat konden deze keizers doen, omdat ze als pontifex maximus het hoogste religieuze gezag uitoefenden. De nieuwe zonnecultus van Aurelianus mengde zich na verloop van tijd met de Mithras-religie. Daaruit ontstond de keizerlijke cultus van de Deus Sol Invictus, de Onoverwinnelijke Zonnegod. Deze cultus beleefde zijn hoogtepunt onder het pontificaat van Constantijn de Grote (310-337), die later de geschiedenis in zou gaan als de eerste christenkeizer.

Keizer Gratianus
De eerste christenkeizer die afstand deed van de titel Pontifex Maximus was Gratianus (367-383). Er is geen historisch gegeven voorhanden waaruit de feitelijke overdracht blijkt van het ambt van het opperste pontificaat door Gratianus aan de bisschop van Rome. Wel weten we dat paus Damasus I in 379 zichzelf aanduidde met Pontifex Maximus toen hij de keizer om juridische onschendbaarheid verzocht.

Paus Damasus
Damasus I (366-384) was de paus die zich voor het eerst opstelde als de belangrijkste bisschop van het Rijk. Ook wist hij keizer Theodosius (379-395) in het jaar 380 te bewegen, het christendom tot staatsgodsdienst van het West- en Oost-Romeinse Rijk te verklaren. Daarmee werd de heidense godencultus verboden.

Synoniem voor bisschop
De Romeinse clericus en monnik Hieronymus (ca.340-420), die in opdracht van Damasus I (366-383) de Bijbel in het Latijn vertaalde, gebruikte in de Vulgaat 'pontifex' ter aanduiding van de joodse hogepriester. Sinds Damasus werd het woord pontifex ook gebruikt als synoniem voor 'bisschop'. Het bijvoeglijk naamwoord 'pontificaal' betekent in deze dus 'bisschoppelijk'. Een pontificale eucharistieviering is een mis waarin de bisschop in vol liturgisch ornaat voorgaat.

Paus Leo de Grote
Het zou paus Leo de Grote (440-461) zijn geweest die als voornaamste bisschop de titel Pontifex Maximus publiekelijk opeiste. Andere bronnen zeggen dat dit Gelasius I (492-496) was. Maar pas in de 15de eeuw werd de titel exclusief aan het pausschap verbonden. Voordien werden soms ook aartsbisschoppen van belangrijke steden met Pontifex Maximus aangeduid, bijvoorbeeld Hilarius van Arles (401-449) en Lanfranc van Canterbury (1005-1089).

Pro Ecclesia et Pontifice
Nog altijd wordt de paus Pontifex MaximusSummus Pontifex of Pontifex Romanus genoemd. Na de dood van een paus wordt in bijzondere eucharistievieringen gebeden voor de juiste keuze van een nieuwe paus. Deze missen hadden de Latijnse titel: Pro Eligendo Romano Pontifice − 'Voor de keuze van de Romeinse pontifex'.

@Pontifex
Soms wordt de paus ook enkel met 'pontifex' aangeduid, zoals in het Twitteraccount @Pontifex. Zo heten pauselijke universiteiten eigenlijk pontificale universiteiten.

Pontificaat
Men spreekt van pontificaat ter aanduiding van de ambtsperiode van een bepaalde paus. Nog steeds worden leken gelauwerd met de pauselijke onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice ('Voor Kerk en Pontifex).