Primaat is een kerkelijke titel en wijst op een bisschop die in een bepaald gebied de voornaamste ambtsdrager is.
Eerste
Het woord 'primaat' komt van het Latijnse primas dat 'aanzienlijkste' betekent. Een primaat is de persoon die bevoegd is de eerste (primus) plaats in een gezelschap in te nemen.
Primus inter pares
In de katholieke, orthodoxe en anglicaanse kerken is een primaat altijd een bisschop. Vaak verwijst dit kerkelijke begrip naar de ambtsdrager die binnen een locale kerk de 'eerste onder gelijken' is (primus inter pares). Dat wil zeggen dat hij niet wezenlijk hoger is geplaatst dan zijn collega-bisschoppen maar wel minstens protocollair.
Aartsbisschop
In de Rooms-Katholieke Kerk is de primaat de aanzienlijkste bisschop van een land of een kerkprovincie. Zo is de paus als bisschop van Rome de Primaat van Italiƫ en de aartsbisschop van Utrecht de Primaat van de Nederlandse Kerkprovincie.
Historische betekenis van zetel
Sommige bisschoppen dragen de primaatstitel vanwege de historisch betekenis van hun bisdom en niet vanwege zijn actuele importantie. De aartsbisschop van Toledo mag zich daarom Primaat van Spanje noemen, omdat Toledo eens de hoofdstad van het Visigotische rijk op het Iberische schiereiland was. En de aartsbisschop van het bijna negentien eeuwen oude bisdom Lyon draagt de titel Primaat der Galliƫrs.
Ierland
Soms hebben landen vanwege politiek-historische omstandigheden meerdere primaten. In Ierland bijvoorbeeld is er in zowel de Katholieke als de Anglicaanse Kerk sprake van twee primaten. De Primaat van Ierland is de aarsbisschop van Dublin. De Primaat van Heel Ierland is de aartsbisschop van Armagh. Die laatste titel verwijst naar het territorium van de huidige Republiek Ierland plus het Britse Noord-Ierland.