De Regel van Sint-Franciscus is de door Francesco d'Assisi geschreven religieuze code voor minderbroeders.
Tot de 13de eeuw waren er in West-Europa twee typen religieuzen: monniken en kanunniken. De meeste monniken volgden de kloosterregel van Sint Benedictus van Nursia (Regula Monachorum) en de reguliere kanunniken, zoals de norbertijnen, die van Sint Augustinus van Hippo (Regula ad servos Dei).
Armoedebeweging
In de 12de eeuw groeide de weerstand tegen de macht en de weelde van de hoge geestelijkheid en van de territoriale abdijen. Daaruit kwam de zogenoemde Armoedebeweging voort. Binnen de benedictijnse wereld leidde dat bijvoorbeeld tot de stichting van de Orde van Cîteaux (cisterziënzers). Ook kwam er een nieuw type religieuze op: de mendicanten oftewel de bedelmonniken. In navolging van Christus omhelsden zij de armoede niet alleen op individueel vlak, maar ook op communautair vlak.
Minderbroeders
De twee bekendste stichters van bedelorden waren Dominicus Guzman en Franciscus van Assisi. De ene koos als grondslag voor zijn gemeenschap van predikbroeders de Regel van Augustinus, terwijl de andere met zijn zogenoemde minderbroeders iets nieuws beoogde.
Regula primitiva
Franciscus had zijn minderbroederideaal in 1209 vervat in een eenvoudige leefregel, door de franciscanen Regula primitiva genoemd. Deze had hij ontleend aan een passage uit het Mattheüs-evangelie, waarin Jezus tot zijn twaalf apostelen zegt: “Neem geen goud-, zilver- of kopergeld mee in je beurs, neem geen reistas mee voor onderweg, geen twee stel kleren, geen sandalen en geen stok” (10,9-10).
Pauselijke zegen
Na weerstand van lokale kerkelijke autoriteiten tegen de kleine minderbroedercommuniteit trokken Franciscus en zijn elf gezellen naar Rome om van de paus toestemming te krijgen voor hun nieuwe stichting. Op 16 april 1210 verleende paus Innocentius III hun zijn zegen en gaf daarmee de aanzet tot wat later de Orde der Minderbroeders (Ordo Fratrum Minorum) werd.
Nieuwe regel
De paus gaf Franciscus opdracht een geheel nieuwe religieuze regel te schrijven. De Arme van Assisi vroeg daarbij om hulp en kreeg kardinaal Hugolinus als begeleider toegewezen. In 1221 kwam Franciscus met zijn regel, maar die werd afgewezen (Regula non bullata) omdat die te radicaal zou zijn. De herschreven versie werd door paus Honorius III in 1223 goedgekeurd (Regula bullata of Regula secunda).
Regula non bullata
Die eerste regel werd goedgekeurd door het generaal kapittel van de minderbroeders dat gehouden werd op Pinksteren 1221 in Portiuncula (zgn. Mattenkapittel). Ze is betrekkelijk lang en bestaat uit een proloog en 24 hoofdstukken. De tekst, die een aanrijging is van Bijbelcitaten, geeft een goed inzicht in de wijze waarop de eerste minderbroeders leefden voordat ze zich vestigden in kloosters. Sommigen wijdden zich aan gebed, anderen aan de prediking en weer anderen aan arbeid.
Regula bullata
De Regel van 1223 is veel korter en bestaat uit twaalf hoofdstukjes. Ze maakt deel uit van de pauselijk bul Solet annuere. Hoofdstuk I luidt: “De regel en het leven van de Minderbroeders is deze: het in acht nemen van het heilig Evangelie van Onze Heer Jezus Christus door te leven in gehoorzaamheid, zonder bezit en in kuisheid. Broeder Franciscus belooft gehoorzaamheid aan en eerbied voor de Heer Paus Honorius en zijn wettelijk gekozen opvolgers, en de Kerk van Rome; de andere broeders zijn eraan gehouden om Franciscus en zijn opvolgers te gehoorzamen.”
Beknopt overzicht
- II: Algemene bepalingen; voorschriften over de kleding.
- III: Over het Goddelijk Officie, het vasten en het reizen.
- IV: Gebod dat de broeders geen geld mogen aanvaarden.
- V: Over de arbeid en het loon.
- VI: Over de bezitloosheid, het bedelen en de zieke broeders.
- VII: Over de boetedoening van broeders die hebben gezondigd.
- VIII: Over de verkiezing van de minister-generaal en over het kapittel.
- IX: Over de prediking.
- X. Over de waarschuwing en terechtwijzing van de broeders.
- XI. Over de omgang met vrouwen.
- XII. Over de missie onder de niet-christenen.