De heilige Jean-François Régis (1597-1640) was een jezuïet die optrad als missionaris in Zuid-Frankrijk. Hij stond bekend om zijn preken voor het volk en zijn onvermoeibare inzet voor armen en verschoppelingen.

Jean-François Régis werd op 31 januari 1597 geboren in Fontcouverte in de Franse regio Languedoc. Zijn vader was in de adelstand verheven wegens zijn militaire prestaties in de oorlog tegen de hugenoten. De familie van zijn moeder, Marguerite de Cugunhan, behoorde tot de landadel van Languedoc.

In 1616 trad Jean-François toe tot de Sociëteit van Jezus; zijn noviciaat deed hij in Toulouse. Zijn academische vorming kreeg hij in Cahors, Tournon-sur-Rhône en Toulouse. Na zijn studies werd hij docent aan verscheidene colleges van de jezuïetenorde.

Hij werd in 1630 tot priester gewijd. Vanaf 1632 werkte hij als zielzorger, volksprediker en catecheet in en rond Montpellier, rond Le Puy-en-Velay en in de door godsdienstoorlogen geteisterde Cevennen. Hij kwam op voor arme kantklosters en bekommerde zich om gevangenen, prostituees en weeskinderen, voor wie hij opvanghuizen liet bouwen. Ook probeerde hij calvinisten over te halen terug te keren naar de moederkerk. Pater Régis stond bekend als iemand die op directe wijze communiceerde en die hypocriet gedrag van kerkelijke gezagsdragers publiekelijk aankaartte. Daardoor kwam hij menigmaal in conflict bij de plaatselijke clerus.

Hij was altijd onderweg, vaak te voet en over ruw terrein. Uiteindelijk liep hij tijdens zijn tochten een longontsteking op. Ten gevolge daarvan stierf hij op 31 december 1640 in het stadje Lalouvesc in de Ardèche.

Al spoedig na zijn dood ontstond er een cultus rond zijn graf. Ook werd er melding gemaakt van wonderbaarlijke genezingen op zijn voorspraak. Dat resulteerde erin dat hij in 1727 werd zaligverklaard. Paus Clemens XII canoniseerde hem in 1737. Sint-Johannes Franciscus Régis werd daarop onder meer Apostel van de Cevennen genoemd.

Zijn sterfplaats Lalouvesc werd een regionaal bedevaartsoord. Boven zijn graf werd een kerk gebouwd in neo-byzantijnse stijl. Deze kwam in 1877 gereed en kreeg van de paus de waardigheid van basilica minor.

De jezuïetenorde gedenkt hem jaarlijks in de liturgie op 2 juli, samen met Bernardino RealinoFrancesco de Hieronymo, Julien Maunoir en Antonio Baldinucci.