Het Rijke Roomse Leven is in katholiek Nederland de aanduiding voor de periode 1860-1960, waarin door het benadrukken van katholieke identiteit, door de gerichtheid op Rome, en dankzij een rijke liturgie, de katholieke cultuur een ongekende bloei beleefde.

Katholieke emancipatie

In 1853 werd de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland hersteld. De katholieken, in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden stelselmatig bij protestanten achtergesteld, begonnen aan een periode van emancipatie. De Nederlandse kerkgeschiedenis nam een belangrijke wending.

Identiteit

De katholieken in Nederland in de eerste helft van de twintigste eeuw waren over het algemeen niet rijk. De katholieke emancipatie kreeg daarom naast een religieuze ook een sociaal-politieke dimensie. Het katholiek onderwijs, de katholieke pers en het katholiek verenigingsleven werden sterk ontwikkeld. In vrijwel iedere fase van het leven en op ieder terrein van het maatschappelijk leven werd de eigen katholieke identiteit benadrukt.

Katholieke zuil

Een trots bouwwerk van katholieke organisaties vormde zo de katholieke 'zuil'. Als vanzelfsprekend werd gedacht in termen van 'wij' en 'ons'. Het verschil met 'de anderen' werd sterk benadrukt. Die anderen – protestanten, liberalen en socialisten – zetten zich ook af: tegen elkaar en tegen de katholieken. Ook zij organiseerden zich, net als de katholieken, in 'zuilen'. Van de wieg tot het graf bleef in het 'verzuilde' Nederland iedereen in zijn eigen wereld.

'Roomser dan de paus'

In de periode van maatschappelijke emancipatie hadden Nederlandse katholieken een hechte band met de wereldkerk en de paus. Met een zekere zelfspot karakteriseerden zij zichzelf wel als 'Roomser dan de paus'. Zij toonden zich volgzaam en getroostten zich veel inspanningen voor de geloofsgemeenschap.

Rijk Rooms

Het trotse benadrukken van katholieke identiteit in de organisaties van de katholieke zuil en de gerichtheid op Rome brachten, samen met een rijke liturgie en een bloeiende verering van Maria en de heiligen, een bloeiende katholieke cultuur tot stand. Met name in de periode tussen 1860 en 1960 was deze cultuur op een hoogtepunt. De zelfbewuste, overdadige katholieke cultuur van de periode 1860-1960 wordt ook wel het Rijke Roomse Leven genoemd.

Hoogtepunt

In 1953 werd met de nodige pracht en praal 100 jaar herstel van de bisschoppelijke hiërarchie herdacht (Honderd Jaar Kromstaf). Er was wat bereikt! De feestelijkheden vonden plaats in het oude stadion 'Galgenwaard' te Utrecht. De viering kan zonder overdrijven als het hoogtepunt van het Rijke Roomse Leven worden beschouwd.

Einde

Na de Tweede Wereldoorlog herstelde de Nederlandse samenleving zich van grote verwoestingen. Katholieken gaven in de regering samen met socialisten leiding aan de wederopbouw. De deelname van katholieken aan de naoorlogse regering kan worden gezien als de natuurlijke afsluiting van het emancipatieproces van het katholieke volksdeel. De Kerk ging een nieuwe fase in. Met het Tweede Vaticaans Concilie kwam het Rijke Roomse Leven in de jaren zestig van de twintigste eeuw tot een einde, en begon in de Nederlandse Kerkprovincie een periode van snelle secularisatie en ongekend heftige polarisatie.

Bovenstaande tekst is grotendeels gebaseerd op het artikel van H. Witte, 'Geloven gaat verder': de kern van de weg van de Kerk in Nederland. Dit artikel verscheen in L'Osservatore Romano van 7 november 2000, bij gelegenheid van de 'Nederlandse Dag' die in het jubileumjaar 2000 in Rome gehouden werd.